De uitzonderlijke conservering van de fossielen stelde Garberoglio en zijn collega’s in staat om lang bestaande mysteries over de ontwikkeling van slangen te bestuderen, zoals de opeenvolging van gebeurtenissen die leidden tot hun ledematenloze lichamen. Het team onderzocht de fossielen met behulp van microcomputed tomography scanning, een beeldvormingstechniek waarmee minieme details van fossielen kunnen worden bestudeerd zonder deze te beschadigen.
Wetenschappers hebben geen fossielen gevonden van de vierpotige voorouders van de slangenfamilie, hoewel zij er zeker van zijn dat deze vierpotige voorouders wel hebben bestaan. De nieuwe studie suggereert dat deze mysterieuze proto-slangen waarschijnlijk hun voorpoten al vroeg in de slangenevolutie verloren, minstens 170 miljoen jaar geleden.
Dat betekent dat slangen met achterpoten, zoals de Najash groep, geen kortstondige evolutionaire fase vertegenwoordigden. In plaats daarvan waren slangen met twee poten een succesvol lichaamsplan dat eonenlang voldeed, totdat de meeste slangen in de tweede helft van het Krijt veranderden in volledig ledematenloze slijterachtigen.
“‘Slankheid’ is echt oud, en dat is waarschijnlijk de reden waarom we geen levende vertegenwoordigers van vierpotige slangen hebben, zoals we alle andere hagedissen hebben,” zei Michael Caldwell, een gewervelde paleontoloog aan de Universiteit van Alberta en een co-auteur van de studie.