Een tophus (Latijn: “steen”, meervoud tophi) is een afzetting van mononatriumuraatkristallen, bij mensen met langdurig hoge urinezuurgehalten in het bloed, een aandoening die bekend staat als hyperurikemie. Tophi zijn pathognomonisch voor de ziekte jicht. De meeste mensen met tophi hebben eerdere aanvallen van acute artritis gehad, die uiteindelijk hebben geleid tot de vorming van tophi. Chronische jicht met tophi staat bekend als het Harrison-syndroom.
Een tophus op de elleboog van een man van middelbare leeftijd met chronische jicht
Tophi vormen zich in de gewrichten, het kraakbeen, de botten en op andere plaatsen in het lichaam. Soms breken tophi door de huid heen en verschijnen ze als witte of geelwitte, kalkachtige knobbeltjes. Zonder behandeling kunnen tophi zich gemiddeld zo’n tien jaar na het begin van jicht ontwikkelen, hoewel hun eerste verschijning kan variëren van drie tot tweeënveertig jaar. De ontwikkeling van jichttofi kan ook de gewrichtsfunctie beperken en botvernietiging veroorzaken, wat tot merkbare handicaps kan leiden, vooral wanneer jicht niet met succes kan worden behandeld. Wanneer de urinezuurspiegels en jichtsymptomen niet onder controle kunnen worden gehouden met standaard jichtmedicijnen die de productie van urinezuur verminderen (bv. allopurinol, febuxostat) of de afvoer van urinezuur uit het lichaam via de nieren verhogen (bv. probenecid), kan dit refractaire chronische jicht (RCG) worden genoemd. Ze ontstaan eerder in het begin van de ziekte bij oudere mensen.
Hoewel ze minder vaak voorkomen, kunnen tophi zich ook vormen in de nieren en het neuskraakbeen.