Transparantie, helderheid, materie-effecten, minutieus detailwerk… Met olieverf zijn je mogelijkheden eindeloos… Zes belangrijke stappen om je te begeleiden bij het maken van een olieverfschilderij.
Het kiezen van een onderwerp
- Ben je net begonnen? Ontwikkel uw hand op eenvoudige onderwerpen, zoals stillevens. Later kun je complexere thema’s aanpakken, zoals portretten en landschappen.
- Gebruik een foto zodat je kunt werken zonder op de klok te hoeven kijken en, als je niet kunt tekenen, om je model over te trekken op het medium.
Samenstelling van het schilderij
- Zoek een rode draad die de verschillende aspecten van een tafereel (lijnen, vormen, kleuren, licht) tot een samenhangend geheel bindt. Gebruik je intuïtie, het is je beste bondgenoot!
- Ongebruikelijke hoeken zullen het schilderij interessanter maken. Kijk naar je onderwerp, concentreer je op een detail of neem de hele scène in je op. Gebruik hiervoor een uit karton geknipt raam of vorm een frame met je handen. Als je van een foto werkt, gebruik dan stroken papier om de foto in te kaderen.
- Probeer je ideeën op papier: maak zoveel studies als je nodig hebt, waarbij je de kadrering en het spel van schaduw en licht afwisselt.
Voorbereidende tekening
Dit is meer een “handleiding voor de kadrering” dan een uitputtende tekening. Dit is geen verplichte stap, maar kan heel nuttig zijn als je klaar bent om te gaan schilderen.
- Schets je onderwerp op het medium met houtskool (vergeet niet een fixatief op te sprayen) om je verf schoon te houden; of heel licht met een potlood, zodat het niet door de verf heen te zien is; of met olieverf of acrylverf, in een heel neutrale, verdunde kleur.
- Ben je onzeker over je potloodstreek? Als je vanaf een foto werkt, teken dan de grote lijnen van het model met behulp van de rastertechniek of overtrekpapier.
- Gebruik grove lijnen om de basiselementen vast te leggen: probeer niet de scène tot in de kleinste details getrouw na te schilderen, anders overbelast je je schilderij onnodig.
Truc van het vak: Bekijk het onderwerp met je ogen half dicht, zodat je alleen kleurvlekken en wazige massa’s ziet. Dit helpt je overbodige details over het hoofd te zien en de vormen waaruit het is opgebouwd te vereenvoudigen.
Voorlaag
Om verf goed te laten hechten en drogen zonder te barsten, moet je een achtergrond dun aanbrengen.
- Wit of gekleurd? een witte achtergrond verheldert nuances, en is ideaal voor rijk gekleurde onderwerpen. een gekleurde achtergrond zorgt voor een onderliggende toon om het schilderij eenheid te geven: kies de kleur op basis van de uiteindelijke toon die je wilt dat het schilderij heeft (warm, koud, licht, donker…).
- Gebruik goed verdunde verf en wacht tot deze droog is voordat je verder gaat met de volgende stappen.
Je kunt ook acrylverf gebruiken, die sneller droogt.
Trucje: om te controleren of de achtergrond droog is, ga je met je wijsvinger lichtjes over verschillende plekken: als er geen verf op komt – zelfs als het oppervlak plakkerig lijkt – kun je de volgende laag toevoegen.
Aanbrengen van verflagen
Het kleuren van een schilderij gebeurt door lagen over elkaar heen te leggen. Begin met het aanbrengen van schaduw en licht, vul grote vlakken op met kleur en werk dan geduldig door steeds intensere lagen aan te brengen.
- Je moet de gouden regel van het olieverfschilderen volgen: “dik op dun” schilderen. Elke volgende laag moet iets “dikker” zijn, dat wil zeggen, meer olie bevatten, dan de vorige. Om dit te bereiken, moet je de eerste lagen sterk verdunnen en de volgende steeds minder verdunnen. Anders loop je het risico dat je schilderij na verloop van tijd gaat schilferen.
- Tweede basisregel: wacht tot de verflaag goed droog is voordat je de volgende aanbrengt.
Er is nog een andere, snellere techniek, voor gebruik door ervaren schilders: “alla prima” schilderen. Deze techniek wordt buitenshuis gebruikt of om de spontaniteit van een scène vast te leggen; hiermee kunt u uw schilderij in één sessie afmaken, omdat elke kleurlaag over de vorige wordt aangebracht terwijl deze nog vers is.
Eindlagen en bijwerken
Dit is waar het echte werk van een schilder wordt gedaan. Het gaat hier om lichte streken in plaats van het opbrengen van verf. Dit wordt “het doek laten zingen” genoemd! Het is het uiteindelijke harmoniseren van tonen.
- Gebruik onverdunde verf, rechtstreeks uit de tube.
- Sta regelmatig op een afstand van je werk om het te evalueren. Wees je eerste toeschouwer!
- Haast je niet! Verfijn je werkstuk geleidelijk, voeg licht toe, werk aan de schaduwen, en verfijn de details. In dit stadium betekent elke grote verandering in kleur dat alle tinten in het schilderij veranderen. Weet wanneer je moet stoppen… Onderteken nu je werk!