Verisimilitude Definitie
In een literair werk is verisimilitude gelijkenis met de waarheid, zoals de gelijkenis van een fictief werk met een echte gebeurtenis, zelfs als het een vergezochte gebeurtenis is. Waarheidsgetrouwheid zorgt ervoor dat zelfs een fantasie geworteld moet zijn in de werkelijkheid, wat betekent dat gebeurtenissen in zoverre aannemelijk moeten zijn dat lezers ze geloofwaardig genoeg vinden om ze op de een of andere manier in verband te kunnen brengen met hun ervaringen in het echte leven.
Oorsprong van waarheidsgetrouwheid
De theorie van waarheidsgetrouwheid komt voort uit een Platonische en Aristotelische dramatische theorie die “mimesis” wordt genoemd. Volgens deze theorie moet een kunstwerk het publiek overtuigen door de natuur na te bootsen en weer te geven, en moet het een basis hebben in de werkelijkheid. De toneelschrijver, in overeenstemming met de bovengenoemde theorie, moest thema’s ontlenen aan bronnen die bekend waren bij het gewone volk van zijn tijd, en de eenheid van actie, plaats, en tijd handhaven. Bovendien moest hij een realistische eenheid tot stand brengen tussen de stijl en het onderwerp.
Suspension of Disbelief
De theorie van waarheidsgetrouwheid leidt tot het idee van “suspension of disbelief,” of “willing suspension of disbelief,” een term die in 1817 werd bedacht door Samuel Taylor Coleridge. Hij was van mening dat, als een schrijver zijn werk kon vullen met een “menselijk belang en een schijn van waarheid,” de lezers bereid zouden zijn hun oordeel op te schorten of uit te stellen met betrekking tot de twijfelachtigheid van een verhaal. In zijn Biographia Literaria zegt Coleridge:
“… Men was het erover eens dat mijn pogingen gericht moesten zijn op personen en personages van bovennatuurlijke, of op zijn minst romantische aard, maar toch zo dat ik van onze innerlijke natuur een menselijke belangstelling en een schijn van waarheid zou overbrengen die voldoende is om voor deze schaduwen van de verbeelding die bereidwillige opschorting van ongeloof voor het moment te bewerkstelligen, die het dichterlijke geloof vormt. Mr. Wordsworth daarentegen stelde zich ten doel, de charme van nieuwheid te geven aan alledaagse dingen, en een gevoel op te wekken analoog aan het bovennatuurlijke, door de aandacht van de geest te wekken uit de lethargie van gewoonte, en het te richten op de lieflijkheid en de wonderen van de wereld voor ons …”
Voorbeelden van waarheidsgetrouwheid in de literatuur
Voorbeeld #1: Gulliver Travels (Door Jonathan Swift)
Jonathan Swift’s Gulliver Travels is een briljant fantasie-werk dat beschouwd kan worden als een van de beste voorbeelden van waarheidsgetrouwheid. Het is waarheidsgetrouw omdat het een van de beste voorbeelden is van politieke satire in de Engelse literatuur. Lezers vinden er een gelijkenis in met de werkelijkheid, omdat ze zich bewust zijn van het feit dat Swift de hedendaagse politiek, religie en Engelse cultuur satireert. Als Swift bijvoorbeeld kritiek heeft op de partijpolitiek in Engeland, schrijft hij:
“… dat er al meer dan zeventig Manen lang twee strijdende partijen zijn in dit Rijk, onder de Namen van Tramecksan en Slamecksan naar de hoge en lage hakken aan hun schoenen, waarmee ze zich onderscheiden.”
Twee rivaliserende politieke partijen, de Whigs en de Tories, beheersten het politieke toneel van Engeland in de tijd van Swift. In zijn roman wordt het fictieve koninkrijk Lilliput gedomineerd door twee partijen die zich onderscheiden door de grootte van de hakken van hun laarzen. Door de triviale geschillen tussen de twee Lilliputse partijen te beschrijven, satireert Swift meedogenloos de onbeduidende geschillen van de twee Engelse partijen uit zijn tijd. Hij bereikt hiermee waarheidsgetrouwheid.
Voorbeeld #2: Avonturen van Huckleberry Finn (Door Mark Twain)
Mark Twain gebruikte in zijn populaire Avonturen van Huckleberry Finn zwarte Amerikaanse spreektaal om realistisch weer te geven hoe de “negers” in het echte leven spraken:
“Ik wilde niet meer teruggaan. Ik was gestopt met vloeken, omdat de weduwe het niet leuk vond; maar nu deed ik het weer omdat pap geen bezwaar had … Maar tegen die tijd werd pap te handig met zijn hick’ry, en ik kon er niet meer tegen. Ik zat helemaal onder de striemen. Hij ging ook zo vaak weg, en sloot me op. Een keer sloot hij me op en was drie dagen weg. It was dreadful lonesome.”
Twain slaagt erin waarheidsgetrouwheid – of een gelijkenis met de werkelijkheid – te bereiken door spreektaal in zijn verhaal te introduceren. Het gebruik van dubbele ontkenningen is heel duidelijk in de bovenstaande passage.
Voorbeeld #3: Nachtwolken (door Amy Lowell)
Door analogieën te trekken uit het echte leven krijgen zelfs fantastische ideeën een schijn van waarheid. Bijvoorbeeld:
“De witte merries van de maan snellen langs de hemel
Slaan met hun gouden hoeven op de glazen hemelen.”
In het bovenstaande fragment construeert de dichteres een analogie tussen wolken en merries. Ze vergelijkt de beweging van de witte wolken in de lucht ’s nachts met de beweging van witte merries op de grond. Zulke vergelijkingen geven haar vergezochte ideeën een lucht van realiteit.
Functie van waarheidsgetrouwheid
Een literair werk maakt een blijvende indruk op zijn lezers als het het thema zo presenteert dat de lezers het in verband kunnen brengen met het echte leven. Conformiteit met de theorie van waarheidsgetrouwheid garandeert het bestaan van realiteit in een literair werk. Politieke satires zijn rijk aan voorbeelden van waarheidsgetrouwheid.