Vraag: “Waarom vervloekte Jezus de vijgenboom?”
Antwoord: Het verslag van Jezus die de onvruchtbare vijgenboom vervloekt, is te vinden in twee verschillende evangelieverslagen. Eerst staat het in Mattheüs 21:18-22, en daarna ook in Marcus 11:12-14. Hoewel er kleine verschillen zijn tussen de twee verslagen, zijn ze gemakkelijk met elkaar in overeenstemming te brengen door de passages te bestuderen. Zoals in alle Schriftgedeelten, komt de sleutel tot het begrijpen van deze passage voort uit het begrijpen van de context waarin het gebeurde. Om deze passage goed te begrijpen, moeten we eerst kijken naar de chronologische en geografische setting. Bijvoorbeeld, wanneer vond dit plaats, wat was de setting, en waar gebeurde het? Ook moeten we, om deze passage volledig te begrijpen, het belang van de vijgenboom begrijpen in relatie tot de natie Israël en begrijpen hoe de vijgenboom vaak in de Schrift wordt gebruikt om Israël symbolisch voor te stellen. Ten slotte moeten we een basiskennis hebben van de vijgenboom zelf, zijn groeiseizoenen, enz.
Ten eerste, als we kijken naar de algemene chronologische setting van de passage, zien we dat deze plaatsvond in de week vóór Zijn kruisiging. Jezus was een dag eerder Jeruzalem binnengekomen te midden van de lofprijzing en aanbidding van het Joodse volk, dat naar Hem opkeek als de Koning/Messias die hen zou verlossen van de Romeinse bezetting (Mattheüs 21:1-11; Marcus 11:1-11). Nu, de volgende dag, is Jezus opnieuw op weg naar Jeruzalem van waar Hij verbleef in Bethanië. Onderweg vertellen zowel Matteüs als Marcus dat Hij honger had en in de verte een vijgenboom zag waar bladeren aan zaten (Marcus 11:13). Toen Jezus bij de boom kwam en verwachtte er iets te eten te vinden, ontdekte Hij dat de vijgenboom geen vruchten droeg en Hij vervloekte de boom met de woorden: “Moge er nooit meer een vrucht van je komen!” (Matteüs 21:19; Marcus 11:14). Matteüs vermeldt de vervloeking en het verdorren van de vijgenboom in één verslag en vermeldt dit na het verslag van Jezus die de tempel reinigde van de geldwisselaars. Marcus legt uit dat het in feite over twee dagen plaatsvond, waarbij Jezus de vijgenboom de eerste dag vervloekte op weg naar de reiniging van de tempel, en de discipelen de verdorde boom de tweede dag zagen, toen zij vanuit Bethanië opnieuw naar Jeruzalem gingen (Marcus 11:12-14 en Marcus 11:19-20). Natuurlijk waren de discipelen verbaasd toen ze zagen dat de boom “vanaf de wortels verdord” was, want normaal gesproken zou dat verscheidene weken hebben geduurd.
Nu we de algemene chronologische setting van het verhaal hebben bekeken, kunnen we beginnen met het beantwoorden van enkele van de vele vragen die er vaak over worden gesteld. Allereerst is er de vraag: Waarom vervloekte Jezus de vijgenboom als het niet het juiste seizoen voor vijgen was? Het antwoord op deze vraag kan worden vastgesteld door de kenmerken van vijgenbomen te bestuderen. De vruchten van de vijgenboom verschijnen gewoonlijk vóór de bladeren, en omdat de vruchten groen zijn, passen zij bij de bladeren, totdat zij bijna rijp zijn. Toen Jezus en Zijn discipelen dus van een afstand zagen dat de boom bladeren had, zouden zij hebben verwacht dat er ook vruchten aan zouden zitten, ook al was het vroeger in het seizoen dan wat normaal zou zijn voor een vijgenboom om vruchten te dragen. Bovendien bracht elke boom vaak twee tot drie vijgenoogsten per seizoen voort. Er was een vroege oogst in het voorjaar, gevolgd door een of twee latere oogsten. In sommige delen van Israël, afhankelijk van het klimaat en de omstandigheden, was het ook mogelijk dat een boom tien van de twaalf maanden vruchten voortbracht. Dit verklaart ook waarom Jezus en zijn discipelen naar vruchten aan de vijgenboom zouden zoeken, ook al was die niet in het hoofdgroeiseizoen. Het feit dat er al bladeren aan de boom zaten, ook al stond hij hoger in de omgeving van Jeruzalem, en was hij dus buiten het normale seizoen voor vijgen, leek een goede aanwijzing dat er ook vruchten aan zouden zitten.
Het antwoord op de betekenis van deze passage en wat hij betekent, is opnieuw te vinden in de chronologische setting en in het begrijpen hoe een vijgenboom vaak symbolisch wordt gebruikt om Israël in de Schrift voor te stellen. Allereerst was Jezus, chronologisch gezien, zojuist in Jeruzalem aangekomen te midden van grote fanfare en grote verwachtingen, maar vervolgens ging Hij verder met het reinigen van de Tempel en het vervloeken van de onvruchtbare vijgenboom. Beide hadden betekenis voor de geestelijke toestand van Israël. Met zijn reiniging van de tempel en zijn kritiek op de eredienst die daar plaatsvond (Mattheüs 21:13; Marcus 11:17), stelde Jezus Israëls eredienst aan de kaak. Met de vervloeking van de vijgenboom stelde Hij Israël als natie symbolisch aan de kaak en in zekere zin zelfs onvruchtbare “christenen” (d.w.z. mensen die beweren christen te zijn, maar geen bewijs hebben van een relatie met Christus).
De aanwezigheid van een vruchtbare vijgenboom werd beschouwd als een symbool van zegen en voorspoed voor het volk Israël. Evenzo zou de afwezigheid of de dood van een vijgenboom het oordeel en de verwerping symboliseren. Symbolisch vertegenwoordigde de vijgenboom de geestelijke doodsheid van Israël, dat weliswaar uitwendig zeer godsdienstig was met alle offers en ceremoniën, maar geestelijk onvruchtbaar was vanwege zijn zonden. Door de tempel te reinigen en de vijgenboom te vervloeken, waardoor deze zou verwelken en sterven, sprak Jezus Zijn komende oordeel over Israël uit en toonde Hij Zijn macht om het uit te voeren. Het leert ook het principe dat religieuze belijdenis en observantie niet genoeg zijn om redding te garanderen, tenzij er de vrucht is van echte redding die zichtbaar is in het leven van de persoon. Jakobus zou later deze waarheid herhalen toen hij schreef dat “geloof zonder werken dood is” (Jakobus 2:26). De les van de vijgenboom is dat wij geestelijke vruchten moeten dragen (Galaten 5:22-23), en niet alleen maar een schijn van godsdienstigheid moeten ophouden. God oordeelt over vruchteloosheid, en verwacht dat zij die een relatie met Hem hebben “veel vrucht zullen dragen” (Johannes 15:5-8).