Uw kind lijkt niet zo vaak of vloeiend te spreken als andere kinderen. Of uw kind spreekt helemaal niet. Betekent dit automatisch dat uw kind autisme heeft?
Spraakachterstand en autisme gaan vaak hand in hand. Sterker nog, vertragingen in de spraakontwikkeling worden gebruikt als diagnostisch hulpmiddel bij autisme. Maar veel andere aandoeningen die niets met autisme te maken hebben, kunnen ook spraakachterstand veroorzaken.
Als u zich zorgen maakt over de spraak van uw kind, praat dan met de kinderarts van uw kind en vraag om een formele screening. Een vroegtijdige diagnose van elke vorm van spraakachterstand kan ervoor zorgen dat uw kind de noodzakelijke en cruciale hulp van deskundigen krijgt.
Hoe vaak komt een spraakachterstand voor?
De meeste kinderen leren praten net zoals ze leren lopen: stapje voor stapje. Ze beginnen met brabbelen, en bouwen die vaardigheid op door steeds een betekenisvol woord te leren. Na verloop van tijd ontwikkelen ze een uitgebreide woordenschat die ze aan elkaar kunnen rijgen.
Kinderen met autisme volgen zelden dit patroon, en volgens de American Speech-Language-Hearing Association (ASHA) heeft ongeveer 75% van hen een vorm van vertraagde spraak. Gemiddeld, zegt de ASHA, praten zij één tot twee jaar later dan andere kinderen.
Weliswaar veroorzaakt autisme sommige spraakachterstanden, maar niet alle. Deskundigen leggen uit dat kinderen deze problemen kunnen ontwikkelen als gevolg van:
-
Gehoorverlies. Kinderen die niet kunnen horen hoe hun ouders taal spreken, ontwikkelen deze vaardigheden zelf ook niet.
-
Ontbering. Het kind brengt niet genoeg tijd door met praten met volwassenen, waardoor het de taal niet leert.
-
Keuze. Kinderen met selectief mutisme spreken niet, zelfs zonder dat daar een medische reden voor is.
-
Ziekte. Kinderen met sommige bewegingsstoornissen of verstandelijke handicaps kunnen moeite hebben met spreken.
-
Tweetalige tehuizen. Kinderen in dergelijke tehuizen moeten twee talen tegelijk begrijpen, en het kan langer duren voordat ze de nuances van beide talen oppikken.
In het algemeen, aldus ASHA, maken ouders zich zorgen als hun kinderen op 2-jarige leeftijd nog niet spreken. Sommige ouders maken zich zelfs al eerder zorgen.
Hoe ziet een spraakachterstand eruit?
Kinderen zijn individuen, en ze ontwikkelen zich in hun eigen tempo. Sommigen praten gewoon eerder dan anderen, terwijl anderen achterblijven. Als uw kind een babbelende buurman niet kan bijhouden, maakt u zich misschien zorgen, maar uw angst is waarschijnlijk klein. Spraakachterstanden zijn anders.
Deskundigen leggen uit dat er twee hoofdtypen spraakachterstand zijn:
-
Ontwikkelingsgebonden: Een kind als dit volgt een typisch spraakontwikkelingspatroon, maar het kind gaat gewoon langzamer dan leeftijdsgenootjes normaal gesproken doen.
-
Apraxie: Een kind als dit heeft een motorische stoornis die het vermogen om betekenisvolle geluiden te maken belemmert. Ze kunnen wel spraak begrijpen, en ze hebben vaak genoeg te zeggen, maar ze kunnen de woorden er niet uit laten komen.
Kinderen met autisme kunnen een of beide vormen van spraakachterstand hebben. Vaak zijn de verschillen ernstig. Kinderen met autisme kunnen opvallend stil en niet-communicatief overkomen als ze in een kamer worden geplaatst met kinderen die zich volgens hun schema ontwikkelen. Hun problemen zijn moeilijk te negeren.
Diagnostische tests voor spraakachterstand vs. autisme
Een kind dat geen essentiële spraakvaardigheden ontwikkelt, heeft hulp nodig, en hoe eerder die interventie begint, hoe beter. Ouders kunnen de tekenen thuis herkennen, maar zonder hulp van een deskundige kunnen zij geen diagnose stellen. Als een kind geen spraakpatronen ontwikkelt die vergelijkbaar zijn met die van leeftijdgenootjes, is een afspraak op zijn plaats.
Onderzoekers zeggen dat artsen veel hulpmiddelen kunnen gebruiken om vast te stellen of de spraakachterstand wordt veroorzaakt door autisme of door iets anders. Ze kunnen bijvoorbeeld het volgende beoordelen:
-
Sociale vaardigheden. Maakt het kind oogcontact? Reageert het kind op zijn naam? Reageert het kind op emotionele signalen, zoals glimlachen?
-
Lichamelijke reacties. Wijst het kind naar gewenste voorwerpen? Kijkt het kind naar dingen als de arts ernaar wijst? Gebruikt het kind voorwerpen bij het spelen?
-
Woordbegrip. Kan het kind een voorwerp identificeren door ernaar te wijzen, zelfs als het kind niet spreekt?
Kinderen met autisme hebben de neiging anders te reageren op deze tests dan hun leeftijdsgenootjes. Veel van deze kinderen kunnen de taken die in de vragen worden beschreven niet aan.
Een kind met gehoorverlies kan bijvoorbeeld heel anders reageren. Dat kind kan de dokter aandachtig aankijken, naar een voorwerp wijzen en glimlachen als het wordt aangereikt.
Uit uitgebreid onderzoek weten we dat kinderen met autisme hersenen hebben die hen onderscheiden van hun leeftijdgenoten. Hersenscans laten bijvoorbeeld een verminderde activiteit zien in twee taalcentra bij kinderen met autisme. Kinderen met een andere taalachterstand hebben niet hetzelfde type hersenscan.
Hersenscans, bloedonderzoeken en genetische scans zijn niet algemeen beschikbaar om artsen te helpen bepalen of problemen worden veroorzaakt door autisme of door iets anders. Zij zijn afhankelijk van observaties en rapporten van ouders om een diagnose te stellen.
Verwacht dat de arts van uw kind uw kind veelvuldig zal bezoeken en dat u ook een aantal specialisten zult zien. Aan het eind van deze uitgebreide tests zult u weten of het team autisme vermoedt of een andere vorm van taalachterstand.
Speech Therapy Is Critical
Sommige vormen van spraakachterstand zijn relatief eenvoudig te verhelpen. Geef een kind met ernstig gehoorverlies bijvoorbeeld een set hoortoestellen, en het kan de achterstand op leeftijdsgenootjes snel inhalen. Maar kinderen met autisme hebben vaak wat meer hulp nodig om de vaardigheden te ontwikkelen die ze nodig hebben.
Mensen met autisme kunnen leren spreken. Zoals Autism Speaks uitlegt, kunnen kinderen die op 4-jarige leeftijd of zelfs op 5-jarige leeftijd nog niet spraken, uitgroeien tot geletterde en welbespraakte volwassenen. Maar ze hebben wel hulp nodig om zover te komen.
Speech therapy sessions help children with autism to:
-
Understand the mechanics of speech. Therapeuten kunnen kinderen leren hoe ze hun lippen, tanden en tong moeten bewegen als ze spreken. Deskundigen kunnen kinderen oefeningen aanleren om spieren op te bouwen.
-
Belangrijke woorden leren. Therapeuten gebruiken onder meer flashcards en boeken om kinderen te helpen een klank met een voorwerp te associëren. Herhaling, doorzettingsvermogen en geduld helpen hen om een band met hun cliënten op te bouwen.
-
Bind woorden aan elkaar. Als een kind veel woorden bij de hand heeft, gaat de therapie over op het gebruiken van deze woorden in volgorde. Korte zinnen van twee woorden zijn het begin van het proces. Naarmate het kind groeit, komen langere zinnen centraal te staan.
-
Luisteren naar anderen. Therapeuten kunnen kinderen met autisme ook helpen bij het leren begrijpen van het geven en nemen van een gesprek.
Deze therapie werkt, en onderzoekers benadrukken dat de juiste behandeling het verschil kan betekenen tussen een kind dat kan praten en een kind dat dat niet kan. Het is mogelijk dat kinderen deze vaardigheden niet zonder hulp oppikken. Als ze in contact komen met de juiste middelen, kunnen ze zich ontwikkelen.
-
Untangling the Language Challenges of Autism. (April 2017). Amerikaanse Spraak-taal-Hoorvereniging.
-
Spraak- en taalachterstand. (Mei 2020). Amerikaanse Academie van Huisartsen.
-
Spraakproblemen bij autisme. De autisme-gemeenschap in actie.
-
Hersenen, gedrag onderscheiden Autisme van Taalachterstand. (September 2017). Spectrum.
-
Verbale en non-verbale uitkomsten van peuters met en zonder Autisme Spectrum Stoornis, Taalachterstand, en Globale Ontwikkelingsachterstand. (April 2018). Autisme en Taalontwikkelingsstoornissen.
-
Studie toont aan dat veel non-verbale autistische kinderen een ernstige taalachterstand overwinnen. (Maart 2013). Autism Speaks.
-
Bij kinderen met een ernstige taalachterstand op het autismespectrum komt meer spraak naar boven dan eerder werd gedacht. (Maart 2013). Science Daily.