Een infraumbilicale incisie is een horizontale chirurgische snede die wordt gemaakt in de depressie van de navel, of umbilicus. Verschillende soorten operaties maken gebruik van dit type incisie, waaronder een appendectomie, een galblaasverwijderingsoperatie en een bilaterale eileiderafsluiting. Hij kan ook worden gebruikt om toegang te krijgen tot de blaas, de darmen en de prostaatklier. De plaats van deze incisie maakt hem nuttig voor spoedoperaties in de buikholte, omdat de chirurg zo snel aan beide kanten van de buikholte kan komen.
Voordat de chirurg de infraumbilicale incisie maakt, zal de patiënt onder narcose worden gebracht. De meeste anesthesie wordt toegediend via een intraveneuze (IV) lijn die in de arm van de patiënt wordt ingebracht tijdens het pre-operatieproces. De eerste medicatie die wordt toegediend, wordt gebruikt om de patiënt te ontspannen, en vervolgens worden de anesthesiemedicijnen gedurende de hele operatie aan de infuuslijn toegevoegd.
Wanneer dit type incisie tijdens een operatie wordt gebruikt, zal de chirurg vaak tussen de benen van de patiënt moeten gaan staan om bij de operatieplaats te komen. Een speciaal gevormde operatietafel maakt het mogelijk de benen van de patiënt tijdens de operatie in een open V-positie te plaatsen. Door aan de andere kant van de benen van de patiënt te staan, kunnen de chirurgische technici de chirurg van instrumenten en voorraden voorzien zonder de procedure te hinderen.
Tijdens laparoscopische ingrepen kan één enkele infraumbilicale incisie worden gebruikt om meerdere chirurgische instrumenten in te brengen. De chirurgische instrumenten worden één voor één in de opening ingebracht, of kunnen over elkaar heen worden gelegd naarmate de operatie vordert. Deze incisie met één poort wordt vaak gebruikt om de hoeveelheid littekens en de pijn die na de operatie optreedt, te verminderen. Sommige patiënten zijn niet geschikt voor het gebruik van een enkele incisie; veel pediatrische patiënten en mensen met overgewicht hebben mogelijk meer dan één ingang nodig om het succes van de laparoscopische operatie te garanderen.
Complicaties van het gebruik van de infraumbilicale incisie zijn gevarieerd. Het meest voorkomende probleem dat wordt gemeld nadat een infraumbilicale incisie is gebruikt, is een infectie van de navel. Sommige patiënten hebben na genezing van het weefsel navelverklevingen ontwikkeld. Het buikwandweefsel groeit in de navel, waardoor het weefsel aan elkaar gaat kleven. Deze verklevingen moeten mogelijk operatief worden verwijderd als de patiënt meldt dat ze pijn veroorzaken bij bewegen.
Daar komt nog bij dat de nabijheid van de navel tot de linea alba, de lijn die de rectus abdominis-spieren van elkaar scheidt, het weefsel in de buurt van de incisieplaats dunner maakt dan het omringende weefsel van de buik. Dit kan het risico op herniavorming op de incisieplaats vergroten. De dunnere huid kan ook de kans op complicaties als gevolg van het openbarsten van de hechtingen bij krachtige activiteit vergroten.