Wanneer men het heeft over diefstalmisdrijven, klinken inbraak en beroving misschien hetzelfde. In beide gevallen gaat het om diefstal, maar wie het juridische jargon niet kent, kan het onderscheid niet goed zien. Het strafrecht kan immers complex zijn, vooral als het gaat om diefstalmisdrijven. Gelukkig heeft het Rasmussen College een aantal onderscheidingen gemaakt om beter te begrijpen wat inbraak en beroving zijn.
Eerst, om inbraak en beroving te definiëren, moet je een begrip hebben van diefstal. Diefstal is eenvoudigweg elk misdrijf waarbij je eigendom neemt dat niet van jou is, zonder dat de eigenaar daarvoor toestemming heeft gegeven. Dus, wanneer wordt een diefstal een inbraak?
Inbraak vindt plaats wanneer u een gebouw binnendringt zonder toestemming en met de bedoeling een misdrijf te plegen. Dit betekent niet noodzakelijkerwijs dat u inbreekt in het pand. U hoeft geen geweld te gebruiken om een inbraak te plegen. In plaats daarvan kunt u een open deur binnenlopen als die open deur zich op privéterrein bevindt. U hoeft niet eens iets te stelen om te worden beschuldigd van inbraak. Het feit dat u privé-eigendom hebt betreden met de bedoeling om te stelen, is het enige dat telt.
Wat een overval anders maakt, is het gebruik van bedreiging of geweld. Bij beroving moet meer dan één persoon betrokken zijn. Diefstal vereist niet noodzakelijkerwijs een persoonlijke interactie en inbraak vindt vaak plaats wanneer het slachtoffer niet aanwezig is. Bij beroving moet je echter het eigendom rechtstreeks van de andere persoon afnemen. Een voorbeeld hiervan is een bankoverval of iemand bedreigen en geld stelen uit een geldautomaat. Het belangrijkste onderscheid tussen inbraak en beroving betreft bedreiging, geweld en inbraak in een gebouw.