“Trousers” is het Britse woord voor wat Amerikanen gewoonlijk een “broek” noemen. Het zijn kledingstukken die op het onderlichaam worden gedragen met stof die rond elk been loopt. Terwijl rokken en kilts zijn voorzien van stof die om het lichaam wordt gewikkeld zonder dat de benen in tweeën worden gedeeld, heeft een broek of pantalon naden die twee afzonderlijke beenstukken vormen. De kledingstukken worden in de taille of op de heupen vastgemaakt met zaken als knopen, drukknopen en/of een rits.
Er zijn veel verschillende stijlen broeken voor zowel mannen als vrouwen; deze variëren van casual tot gekleed. In de Verenigde Staten wordt met “pantalon” meestal een gekledere broek bedoeld, bijvoorbeeld van wol gemaakt en gedragen als onderdeel van een zakelijk pak. In het Verenigd Koninkrijk wordt “pants” nooit gebruikt om soorten broeken aan te duiden, maar verwijst het alleen naar onderbroeken of ondergoed.
Een wollen broek van goede kwaliteit is een ideale aanvulling op de meeste garderobes. Mannen kunnen een broek dragen met een gekleed overhemd, terwijl vrouwen veel verschillende blousemogelijkheden hebben. Een witte blouse geeft een wollen broek bijvoorbeeld een klassieke kantoorlook voor overdag, maar in combinatie met een satijnen of zijden blouse is de look geschikt voor ’s avonds, bijvoorbeeld om naar een diner te dragen. Het dragen van een broek met een trui is een populaire herfst- en winteroptie voor zowel mannen als vrouwen.
Broeken zijn verkrijgbaar in verschillende stoffen, kleuren, texturen en patronen. Wollen, effen, gladde broekstijlen in neutrale kleuren zijn de meest klassieke voorbeelden. Zwart en donkere tinten bruin en grijs worden meestal in de winter gedragen, terwijl lichtere broekkleuren goed passen bij het lenteweer. Lichte wolsoorten en katoenen broeken kunnen in de zomer worden gedragen, zoals in broekpakken voor warm weer.
Herenbroeken waren de norm tot het laatste deel van de 20e eeuw, toen het mode werd om ze ook voor vrouwen te dragen. De broeken werden oorspronkelijk gedragen als onderdeel van militaire uniformen. Een officiersbroek was waarschijnlijk van wol en vrij gekleed, terwijl de stijl van een veldsoldaat vaak van ruwer materiaal was gemaakt, zoals kaki.
Kaki casual militaire broek stijlen evolueerde in wat bekend staat als cargo broeken. Deze informele broeken in olijfgroen en bruintinten zijn ook verkrijgbaar als korte broek; ze hebben veel verschillende zakken. Terwijl de meeste broektypes alleen zakken aan de bovenkant hebben, bevatten cargo-stijlen opbergzakken aan de onderkant van de pijpen of aan de zijkanten van de broek. Of ze nu casual of gekleed zijn, de broeken voor mannen en vrouwen hebben een baggy pasvorm of zijn meer lichaamsvormend.