Ja, je kat is heel speciaal, en je hond is heel schattig. Miljoenen jaren evolutie, tienduizenden jaren in het gezelschap van mensen, hebben katten en honden echter een aantal bijzondere eigenschappen en mentale vaardigheden bijgebracht. En terwijl katten- en hondenliefhebbers graag debatteren over de superioriteit van hun lievelingsdier, kunnen dierenliefhebbers die de superioriteit van een diersoort echt willen vergelijken, zich het beste wenden tot de wetenschap van de dierenkennis.
Eén probleem: volgens David Grimm, die in Slate schrijft, is er een overvloed aan onderzoek over hoe honden denken. Dat geldt niet voor katten.
We leven in een gouden tijdperk voor de cognitie van honden. Bijna een dozijn laboratoria over de hele wereld bestuderen het brein van de hond, en in de afgelopen tien jaar hebben wetenschappers honderden artikelen over dit onderwerp gepubliceerd. Onderzoekers hebben aangetoond dat Fido honderden woorden kan leren, abstract kan denken en een rudimentair vermogen bezit om aan te voelen wat anderen denken, een zogenaamde theory of mind, waarvan men vroeger dacht dat het uniek was voor de mens.
Er zou waarschijnlijk meer onderzoek naar katten worden gedaan als ze gewoon twee seconden zouden doen wat ze wordt opgedragen. Maar de beroemde afstandelijkheid van katten strekt zich zelfs uit tot in het laboratorium, zegt Grimm, en pogingen van onderzoekers om katten over te halen een blik in hun geest te werpen, worden geblokkeerd door de voorkeur van katten om gewoon iets anders te doen.
Maar toen de wetenschappers erin slaagden de katten over te halen om mee te spelen, zegt Grimm, presteerden de katten “bijna net zo goed als honden hadden gedaan.”
Tot nu toe heeft het onderzoek naar de cognitie van katten en honden bevestigd wat huisdiereigenaren al weten: honden zijn attent en ontvankelijk (en behoeftig); katten kan het niet schelen wat je wilt, en ze willen je hulp niet.
Maar welke van de twee is slimmer?
Dat uit te zoeken, zegt wetenschapsjournalist Ed Yong, is niet zo eenvoudig.
Het testen van de cognitie van dieren is een hachelijke zaak, en het vergelijken en contrasteren tussen soorten, vooral wanneer er verschillende soortspecifieke tests worden gebruikt, is een beladen terrein. Volgens Yong zijn onderzoekers bezig manieren te vinden om dieren met elkaar te vergelijken in een situatie waarin iedereen gelijk is. Dat werk bevindt zich nog in een pril stadium, en tot nu toe hebben ze slechts één metriek getest – het gevoel van zelfbeheersing van verschillende dieren.
Voorlopig hebben we nog geen duidelijke antwoorden op de vraag of katten of honden slimmer zijn – of zelfs hoe zinvol dat onderscheid zou zijn – laat staan dat we weten welke “beter” is.
Hoewel het duidelijk katten zijn. Kijk maar naar ze.