Duikt uw pup onder het bed zodra u de stofzuiger aanzet? Of wordt hij gek als de deurbel gaat? En hoe zit het met zoemgedrag?
Dit angstige gedrag is niet zomaar een persoonlijkheidsstoornis – het kan duiden op een heel reëel en veelvoorkomend probleem.
Honden kunnen ons niet vertellen wat hen dwars zit, maar hondeneigenaren wisselen vaak verhalen uit over de vreemde gedragingen van hun huisdier en wat die kunnen betekenen. Nu denken wetenschappers het te weten – en het antwoord is niet schattig.
In een nieuwe studie hebben onderzoekers van de Universiteit van Helsinki in Finland onderzoek gedaan onder de eigenaren van 13.000 pups van 14 rassen, en ook onder gemengde honden.
De onderzoekers vroegen hondeneigenaren of hun pelsbaby’s tekenen vertoonden van zeven verschillende angst-gerelateerde gedragingen, waaronder geluidsgevoeligheid, schrikkerigheid, angst voor oppervlakken en hoogtes, onoplettendheid of impulsiviteit, dwangmatigheid, scheidingsgedrag, en agressie.
De onderzoeksresultaten onthullen enkele verrassende trends:
- Meer dan 72 procent van de honden vertoonde problematisch gedrag, waaronder agressie en angstigheid.
- Lawaai was de meest voorkomende bron van angst – 32 procent van de honden werd getriggerd door ten minste één geluid.
- 26 procent van de honden was bang voor vuurwerk, specifiek.
- 29 procent van de honden had angst-gedreven angst. Hiervan:
- 17 procent van de honden was bang voor andere honden.
- 15 procent van de honden was bang voor vreemden.
- 11 procent van de honden was bang voor nieuwe situaties.
De onderzoeksresultaten werden donderdag gepubliceerd in het tijdschrift Scientific Reports.
Hondenangst varieert per leeftijd, ras en geslacht
Hoewel angst een veelvoorkomend probleem was, vertoonden de honden enkele verschillen afhankelijk van hun geslacht en leeftijd. Vrouwelijke honden hadden de neiging angstiger te zijn, terwijl mannelijke honden meer agressie, hyperactiviteit en impulsief gedrag vertoonden.
Mannetjeshonden vertoonden ook vaker verlatingsangstig gedrag.
Eldere honden bleken gevoeliger te zijn voor geluiden – met name onweer. Ze hadden ook vaker hoogte- en oppervlaktevrees (denk aan: over een rioolrooster lopen).
Jongere honden, ter vergelijking, waren vaker hyper, en beschadigden of plasten vaker op voorwerpen als ze alleen werden gelaten. Ze waren ook meer bezig met achter hun staart aanzitten. Als je ooit een puppy hebt gehad, is dat misschien geen verrassing.
Honden verschilden ook per ras:
- Meest gevoelig voor geluid: Lagotto Romano, Wheaten terrier, gemengde rassen
- Meest angstig: Spaanse waterhonden, Shetlandhonden, gemengde rassen
- Het vaakst agressief naar vreemden: Dwergschnauzers (10 procent)
- Minst vaak agressief naar vreemden: Labrador retrievers (<1 procent)
Maar terwijl verschillende honden neigen naar verschillend gedrag, blijft de onderliggende oorzaak, angst, hetzelfde. Vanwege de manier waarop angst zich in gedrag manifesteert, kunnen sommige eigenaren het gevoel hebben dat ze geen andere optie hebben dan hun honden weg te doen, of zelfs in te laten slapen.
Dat is de drijfveer achter de nieuwe studie, aldus de onderzoekers. Inzicht in de onderliggende oorzaken van angst kan wetenschappers in staat stellen behandelingen te ontwikkelen om de nadelige effecten ervan bij honden tegen te gaan.
Een licht werpen op potentiële bronnen van angst en ongerustheid kan op zijn beurt de genetica en biologie blootleggen die van invloed zijn op angst en ongerustheid bij honden, zeggen de onderzoekers. Deze informatie is nuttig voor fokkers en voor het ontwikkelen van goede fokrichtlijnen. Maar er is meer onderzoek nodig om de onderliggende mechanismen van angst bij honden te doorgronden.
Op de korte termijn kan het herkennen van gedrag dat angst bij uw hond signaleert en het identificeren van wat dit triggert, hondeneigenaren helpen veranderingen in hun huis aan te brengen die het leven gemakkelijker – en rustiger – maken voor iedereen.
Abstract: Gedragsproblemen en angsten bij honden verminderen hun kwaliteit van leven en kunnen leiden tot heropvoeding of euthanasie. Gezien het grote aantal huishonden en de veelvoorkomendheid van deze problematische gedragingen, is een beter begrip van de epidemiologie en de gerelateerde moleculaire en omgevingsfactoren noodzakelijk. Wij hebben hier de prevalentie, comorbiditeit en rasspecificiteit van zeven angst-achtige hondenkenmerken onderzocht: geluidsgevoeligheid, angstigheid, angst voor oppervlaktes en hoogtes, onoplettendheid/impulsiviteit, dwang, separatie-gerelateerd gedrag en agressie met behulp van een online gedragsvragenlijst beantwoord door hondeneigenaren. Onze resultaten tonen aan dat geluidsgevoeligheid de meest voorkomende angstgerelateerde eigenschap is met een prevalentie van 32% in 13.700 Finse huishonden. Als gevolg van de hoge prevalentie van geluidsgevoeligheid en angst, waren zij de meest voorkomende comorbiditeiten. Bij vergelijking van het relatieve risico werden echter de grootste risicoverhoudingen gezien tussen hyperactiviteit/oplettendheid, separatiegerelateerd gedrag en dwang, en tussen angst en agressie. Bovendien vertoonden hondenrassen grote verschillen in de prevalentie van alle angstgerelateerde kenmerken, wat wijst op een sterke genetische bijdrage. Als gevolg hiervan kan selectief fokken gericht op gedrag de prevalentie van angstige honden verminderen. Angstige dieren kunnen lijden aan chronische stress en dus zou een aangepast fokbeleid het welzijn van onze gezelschapshonden kunnen verbeteren.