Abiotic Factors Influencing Aquatic Biomes
Zoals bij terrestrische biomen worden aquatische biomen beïnvloed door een reeks abiotische factoren. Deze factoren verschillen echter omdat water andere fysische en chemische eigenschappen heeft dan lucht. Zelfs als het water in een vijver of ander waterlichaam volkomen helder is (er zijn geen zwevende deeltjes), absorbeert water op zichzelf licht. Als men in een diep waterlichaam afdaalt, zal er uiteindelijk een diepte zijn die het zonlicht niet kan bereiken. Hoewel er in een terrestrisch ecosysteem enkele abiotische en biotische factoren zijn die het licht kunnen belemmeren (zoals mist, stof of zwermen insecten), zijn dit gewoonlijk geen permanente kenmerken van het milieu. Het belang van licht in aquatische biomen staat centraal in de gemeenschappen van organismen die zowel in zoetwater- als in mariene ecosystemen worden aangetroffen. In zoetwatersystemen is stratificatie als gevolg van verschillen in dichtheid wellicht de meest kritische abiotische factor, die verband houdt met de energieaspecten van licht. De thermische eigenschappen van water (snelheid van opwarming en afkoeling) zijn belangrijk voor het functioneren van mariene systemen en hebben grote invloed op het mondiale klimaat en weerpatronen. Mariene systemen worden ook beïnvloed door grootschalige fysische waterbewegingen, zoals stromingen; deze zijn in de meeste zoetwatermeren minder belangrijk.
De oceaan wordt ingedeeld in verschillende gebieden of zones. Al het open water van de oceaan wordt het pelagische rijk (of de pelagische zone) genoemd. Het bentische rijk (of de bentische zone) strekt zich uit langs de oceaanbodem van de kustlijn tot de diepste delen van de oceaanbodem. Binnen het pelagische gebied bevindt zich de fotische zone, dat is het gedeelte van de oceaan waar licht kan doordringen (ongeveer 200 m of 650 ft). Op diepten van meer dan 200 m kan geen licht doordringen; daarom wordt dit de afotische zone genoemd. Het grootste deel van de oceaan is aphotisch, er is niet voldoende licht voor fotosynthese. Het diepste deel van de oceaan, het Challenger Deep (in de Mariana Trench, gelegen in het westen van de Stille Oceaan), is ongeveer 11.000 m diep. Om een idee te geven van de diepte van deze geul: de oceaan is gemiddeld 4267 m of 14.000 ft diep. Deze gebieden en zones zijn ook van belang voor zoetwatermeren, omdat ze bepalen welke soorten organismen in elk gebied voorkomen.