72 Welvaart Geschriften die “zij” niet willen dat je weet

71shares
  • Als we kijken naar de Schriften dan is het makkelijk om Schriften te vinden over heiligheid, gerechtigheid, redding, verzoening, verlossing enz. Er zijn zelfs Schriftplaatsen over geld.

    Maar hoe zit het met voorspoed? Zijn er ook welvaartsgeschriften die we in de Bijbel kunnen vinden?

    Misschien.

    Waarom welvaartsgeschriften belangrijk zijn: Je zult krijgen wat je zegt

    Russische wetenschappers ontdekten dat ons DNA kan worden geherprogrammeerd met woorden en bepaalde frequenties.

    Hoe?

    Door woorden, zinnen en mantra’s keer op keer te herhalen kan een mens volledig worden geherprogrammeerd.

    In feite werd onderzocht welke effecten woorden, liederen en gebeden op water hadden. Bekijk deze snelle video om de resultaten te zien:

    Hier gaat het om:

    Als mensen kunnen worden veranderd met de frequentie van gewone woorden, stel je dan eens voor wat er kan worden gedaan met Gods Woord!

    Stel je voor hoe de moleculaire structuur van een persoon verandert als hij voortdurend Gods woord belijdt voor genezing.

    Stel je voor hoe de kracht vrijkomt als iemand voortdurend Gods beloften voor familie belijdt.

    En…stel je voor hoe de financiële situatie van iemand verandert als hij of zij Gods beloften voor voorspoed belijdt.

    Heb ik je aandacht al? 🙂

    Het vergt groot geloof om Gods woord te spreken tegen tegengestelde omstandigheden in. Maar de resultaten zijn krachtig! Kijk naar DEZE video om te zien wat ik bedoel:

    Voordat we er in duiken, weet dat deze gids lang is. Erg lang. Daarom hebben we een bladwijzer tabel voor u gemaakt:

    1. Welvaart Geschriften: Wealth by Design
    2. Welvaart Geschriften: Rijkdom door Geven.
    3. Welvaart Geschriften: Rijkdom door Vertrouwen.
    4. Welvaart Schriften: Rijkdom door Beproeving.
    5. Welvaart Geschriften: Rijkdom door Wijsheid.
    6. Voorspoed Geschriften: Rijkdom door goed rentmeesterschap.
    7. Geschriften over voorspoed: Rijkdom door planning.
    8. Geschriften over voorspoed: Rijkdom voor een goed (of Gods) doel.
    9. Prosperity Scriptures: Waarschuwingen over rijkdom.

    Dus zonder verder oponthoud…hier zijn ze- de welvaart Schriftverzen die je nu op je leven kunt toepassen:

    Prosperiteit Schriftverzen: Wealth by Design

    1. “NU zeide de Here tot Abram: Ga voor uzelf weg van uw land, van uw verwanten en uws vaders huis, naar het land dat Ik u wijzen zal. En Ik zal van u een groot volk maken, en Ik zal u zegenen en uw naam beroemd en voornaam maken, en u zult tot een zegen zijn. En ik zal zegenen wie u zegent en vervloeken wie u vervloekt of onbeschaamde taal tegen u gebruikt; in u zullen alle geslachten en alle verwanten van de aarde gezegend worden.”” (Genesis 12: 1-3 AMP)

    2. “De Heer maakt arm en maakt rijk; Hij verlaagt en verheft.Hij verheft de armen uit het stof en tilt de bedelaar van de ashoop, om hen onder de prinsen te stellen en hen de troon der heerlijkheid te doen beërven. Want de zuilen der aarde zijn van de Heer, en Hij heeft de wereld daarop gezet. Hij zal de voeten van zijn heiligen hoeden, maar de goddelozen zullen zwijgen in de duisternis. Want door kracht zal geen mens overwinnen.” (1 Samuël 2:7-9 NKJV)

    3. “Van U, o Heer, is de grootheid, de macht en de heerlijkheid, de overwinning en de majesteit; want alles wat in de hemel en op aarde is, is van U; van U is het koninkrijk, o Heer, en U bent verheven als hoofd over allen. Rijkdom en eer komen van U, en U heerst over allen. In Uw hand is macht en kracht, in Uw hand is het groot te maken en kracht te geven aan allen. Daarom, onze God, danken wij U en loven wij Uw glorierijke naam.” (1 Kronieken 29:11-13 NKJV)

    4. “Laat hen juichen en zich verblijden, die mijn rechtvaardige zaak gunstig gezind zijn; ja, laat hen gedurig zeggen: ‘Laat de HEERE grootgemaakt worden, die welbehagen heeft in de voorspoed van zijn knecht.'” (Psalmen 35:27 KJV)

    5. “De zegen des HEEREN, die maakt rijk, en Hij voegt er geen droefheid bij.” (Spreuken 10:22 KJV)

    Korte noot: hard werken en ijver zijn belangrijk, maar Gods zegeningen staan vaak los van geluk, toeval, of zelfs hard werken. Uiteindelijk: het is GOD die de vermeerdering geeft.

    6. “Een goed mens laat een erfenis na aan de kinderen van zijn kinderen, en de rijkdom van de zondaar in de handen van de rechtvaardige, voor wie zij is opgeborgen.” (Spreuken 13:22 AMP)

    7. “Wat een ieder betreft, aan wie God rijkdom en weelde gegeven heeft, en hem macht gegeven heeft daarvan te eten, om zijn erfenis te ontvangen en zich te verblijden in zijn arbeid – dat is de gave Gods.” (Prediker 5:19 NKJV)

    8. “Hij, die zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar Hem voor ons allen overgegeven heeft, hoe zal Hij met Hem ons ook niet alle dingen schenken?” (Romeinen 8:32 KJV)

    Korte noot: God is vrijgevig en heeft ons alles al gegeven om een overwinnend leven te leiden. Wij zijn VOLLEDIG in Hem. We hebben Zijn redding, voorziening en wijsheid al, en als we meer nodig hebben, heeft Hij er geen probleem mee om ons meer te geven.

    9. “Geliefde, ik wens boven alles dat het u welga en dat gij gezond zijt, gelijk het uw ziel welgaat.” (3 Johannes 1:2 KJV)

    Prosperiteits Geschriften: Rijkdom door te geven

    10. “Toen zei de HEER tegen Elia: ‘Ga heen en woon in het dorp Zarephath, bij de stad Sidon. Daar is een weduwe die jou te eten zal geven. Ik heb haar Mijn instructies gegeven.’ Zo ging hij naar Zarephath. Toen hij aan de poort van het dorp kwam, zag hij een weduwe die stokken verzamelde, en hij vroeg haar: “Wilt u mij alstublieft een beker water brengen? Terwijl zij die ging halen, riep hij haar toe: ‘Breng mij ook een hap brood.

    Maar zij zei: ‘Ik zweer bij de HEER, uw God, dat ik geen enkel stuk brood in huis heb. En ik heb alleen nog maar een handvol meel in de pot en een beetje bakolie onder in de kruik. Ik was alleen nog een paar stokjes bij elkaar aan het sprokkelen om deze laatste maaltijd te koken, en dan zullen mijn zoon en ik sterven.’ Maar Elia zei tegen haar: ‘Wees niet bang! Ga je gang en kook dat ‘laatste maal’, maar bak me eerst een klein brood. Daarna zal er nog genoeg eten zijn voor jou en je zoon. Want dit is wat de HEER, de God van Israël, zegt: ‘Er zal altijd genoeg meel en olie overblijven in je bakken tot de tijd dat de HEER regen stuurt en de gewassen weer groeien!’ Dus deed zij wat Elia zei, en zij en Elia en haar zoon bleven vele dagen eten van haar voorraad meel en olie.” (1 Koningen 8-15 NLT)

    11. “En de Heer herstelde de verliezen van Job toen hij voor zijn vrienden bad. Voorwaar, de Here gaf Job tweemaal zoveel als hij tevoren had.” (Job 42:10 NKJV)

    12. “Eer de Heer met uw bezit en met de eerstelingen van uw gehele oogst; zo zullen uw schuren gevuld worden met overvloed en uw vaten zullen overstromen van nieuwe wijn.” (Spreuken 3:9-10 NKJV)

    13. “Geef vrijelijk en word rijker; wees gierig en verlies alles. De vrijgevige zal voorspoedig zijn; wie anderen verkwikt, zal zelf verkwikt worden.” (Spreuken 11:24-25 NLT)

    14. “Wie aan de armen geeft, zal het aan niets ontbreken. Maar wie zijn ogen sluit voor armoede, zal vervloekt worden.” (Spreuken 28:27 NLT)

    15. “Zal een mens God beroven of bedriegen? Toch berooft en bedriegt gij Mij. Maar gij zegt: Op welke wijze roven of bedriegen wij U? Tienden en offeranden. Jullie zijn vervloekt met de vloek, want jullie beroven Mij, zelfs dit hele volk. Brengt al de tienden (het gehele tiende deel van uw inkomsten) in het voorraadhuis, opdat er spijze zij in Mijn huis, en bewijst Mij daar nu aan, zegt de Here der heerscharen, of Ik niet de vensters des hemels voor u zal openen en u een zegen zal uitstorten, dat er geen plaats genoeg zal zijn om die te ontvangen. En Ik zal de verslinder om uwentwil afstraffen en hij zal de vruchten van uw grond niet verderven, noch zal uw wijnstok zijn vrucht laten vallen voor de tijd op het veld, zegt de Here der heerscharen. En alle volken zullen u gelukkig en gezegend noemen, want u zult een land van verrukking zijn, zegt de Here der heerscharen.” (Maleachi 3:8-12 AMP)

    16. “Geef, en u zal gegeven worden; een goede maat, samengedrukt, en geschud, en overvloeiende, zal men in uw schoot geven. Want met denzelfden maat, dien gij meet, zal het u weder gemeten worden.” (Lukas 6:38 KJV)

    17. “Dit: wie zuinig en gierig zaait, zal ook zuinig en gierig oogsten, en wie rijkelijk zaait, zal ook rijkelijk en met zegen oogsten. Laat een ieder, zoals hij zich heeft voorgenomen en in zijn hart heeft voorgenomen, niet met tegenzin of verdrietig of onder dwang, want God heeft lief (Hij heeft er behagen in, prijst boven andere dingen, en is niet bereid in de steek te laten of zonder te doen) een opgewekte (blijmoedige, “prompt om het te doen”) gever. En God is bij machte alle genade (elke gunst en aardse zegen) in overvloed tot u te doen komen, zodat u altijd en onder alle omstandigheden en ongeacht de nood zelfvoorzienend zult zijn .

    Zoals er geschreven staat: Hij strooit in het rond; Hij geeft aan de armen; Zijn daden van rechtvaardigheid en goedheid en vriendelijkheid en weldadigheid zullen voortduren en eeuwig duren! En Hij, Die zaad geeft aan de zaaier en brood om te eten, zal ook uw zaaigoed geven en vermenigvuldigen en de vruchten van uw gerechtigheid vermeerderen. Zo zult gij in alle dingen en in alle opzichten verrijkt worden, zodat gij vrijgevig kunt zijn, en door ons beheerd dankzegging aan God zult voortbrengen.

    Want de dienst die de bediening van dit fonds bewijst, voorziet niet alleen ten volle in wat de heiligen (Gods volk) ontbreekt, maar zij vloeit ook over in vele dankzeggingen aan God. Want bij de beproeving van deze bediening zullen zij God verheerlijken voor uw trouw en gehoorzaamheid aan het Evangelie van Christus dat u belijdt, en ook voor uw vrijgevigheid van gulheid voor hen en voor allen . En zij verlangen naar u, terwijl zij voor u bidden, vanwege de overtreffende maat van Gods genade (Zijn gunst en barmhartigheid en geestelijke zegen die wordt getoond) in u. God zij dank voor Zijn onmetelijke gave! (2 Korinthiërs 9:6-15 AMP)

    18. “En u, Filippiërs, weet zelf heel goed dat in de begintijd van de evangeliebediening, toen ik Macedonië verliet, geen gemeente (vergadering) met mij in zee ging en rekening hield met geven en ontvangen, behalve u alleen. Want zelfs in Thessalonika hebt u voor mijn noden gezonden, niet één keer maar een tweede keer. Niet dat ik gave zoek of begerig ben, maar ik zoek en begerig ben ik naar de vrucht die vermeerdert tot uw eer . Maar ik heb en meer; ik heb alles wat ik nodig heb en ben ruimschoots voorzien, nu ik van Epaphroditus de gaven ontvangen heb, die gij mij gezonden hebt. welriekende reuk van een offerande en een offerande, die God verwelkomt en waarin Hij behagen schept. En mijn God zal rijkelijk in al uw behoeften voorzien, naar zijn rijkdom in heerlijkheid in Christus Jezus”. (Filippenzen 4:15-19 AMP)

    Prosperity Scriptures: Rijkdom door vertrouwen

    19. “En gij zult de Here, uw God, gedenken, want Hij is het, die u macht geeft om rijkdom te verkrijgen, opdat Hij zijn verbond, dat Hij uw vaderen gezworen heeft, oprichte, gelijk het heden is.” (Deuteronomium 8:18 NKJV)

    20. “De Here, uw God, zal u doen overvloedig zijn in al het werk van uw hand, in de vrucht van uw lichaam, in de vermeerdering van uw vee en in de voortbrengselen van uw land ten goede. Want de Here zal zich opnieuw over u ten goede verblijden, zoals Hij zich over uw vaderen heeft verblijd.” (Deuteronomium 30:9 NKJV)

    21. “Dit boek van de wet zal niet wijken uit uw mond, maar gij zult het dag en nacht overdenken, opdat gij in acht neemt te doen naar alles wat daarin geschreven staat. Want dan zult gij uw weg voorspoedig doen verlopen, en dan zult gij voorspoedig zijn. Heb ik u niet geboden? Weest sterk en vol goede moed; weest niet bevreesd en weest niet ontmoedigd, want de Here, uw God, is met u, waar gij ook gaat.” (Jozua 1:8-9 NKJV)

    22. “O, wat een vreugde hebben zij die de raadgevingen van de boze mensen niet opvolgen, die niet met zondaars omgaan en de dingen van God bespotten: Maar zij verlustigen zich in alles te doen wat God van hen verlangt, en dag en nacht zijn zij altijd bezig met het overdenken van zijn wetten en met het bedenken van manieren om Hem beter te volgen. Zij zijn als bomen langs de oever van een rivier, die elk seizoen zonder mankeren overvloedige vruchten dragen. Hun bladeren verwelken nooit, en al wat zij doen zal voorspoedig zijn.” (Psalmen 1:1-3 De Levende Bijbel)

    23. “Want de Here God is een zon en een schild; de Here zal genade en heerlijkheid geven; geen goed zal Hij onthouden van hen die rechtschapen wandelen.” (Psalmen 84:11 NKJV)

    24. “Door nederigheid en vreze des Heren zijn rijkdom, en eer, en leven.” (Spreuken 22:4 KJV)

    25. “Looft de Heer! (Halleluja!) Gezegend (gelukkig, gelukkig, te benijden) is de man die de Here vreest (vereert en aanbidt), die zich zeer verlustigt in zijn geboden. Zijn nageslacht zal machtig zijn op aarde; het geslacht van de oprechten zal gezegend zijn. Voorspoed en welvaart zijn in zijn huis, en zijn gerechtigheid duurt eeuwig.

    26. Licht rijst op in de duisternis voor de oprechten, genadig, barmhartig en rechtvaardig. Het zal de man welgaan, die edelmoedig handelt en leent, die zijn zaken met rechtvaardigheid afhandelt. Hij zal in eeuwigheid niet ontroerd worden; de rechtvaardige (de rechtschapene, die bij God in een rechte lijn staat) zal in eeuwige gedachtenis zijn. Hij zal geen angst hebben voor slechte tijdingen; zijn hart is vast, vertrouwende (leunende op en was vol vertrouwen) in de Here.

    27. Zijn hart is vast en standvastig, hij zal niet vrezen, terwijl hij wacht om zijn begeerte gevestigd te zien op zijn tegenstanders. Hij heeft vrijelijk uitgedeeld; zijn gerechtigheid (oprechtheid en rechtschapenheid bij God) duurt eeuwig; zijn hoorn zal in eer verhoogd worden.” (Psalmen 112:1-9 AMP)

    28. “Redt nu, ik smeek U, o HEERE; o HEERE, ik smeek U, zendt nu voorspoed.” (Psalmen 118:25 KJV)

    29. “Gelukkig en gezegend is het volk, dat in zulk een geval verkeert; ja, gelukkig (gezegend, gelukkig, voorspoedig, te benijden) is het volk, welks God de Here is!” (Psalmen 144:15 AMP)

    30. “Hebzucht veroorzaakt strijd; vertrouwen op de HEER leidt tot voorspoed.” (Spreuken 28:25 NLT)

    31. “Als je je maar door Mij laat helpen, als je maar gehoorzaamt, dan zal Ik je rijk maken!” (Jesaja 1:19 De Levende Bijbel)

    32. “Zo zegt de Here, uw Verlosser, de Heilige van Israël: ‘Ik ben de Here, uw God, Die u leert winst te maken, Die u leidt op de weg die gij moet gaan.'” (Jesaja 48:18 AMP)

    33. “Zo zegt de Heer: ‘Vervloekt is de sterke man die vertrouwt op en steunt op de zwakke mens, die van zwak vlees zijn arm maakt, en wiens verstand en hart zich van de Heer afkeren. Want hij zal zijn als een struik of een persoon, naakt en berooid in de woestijn; en hij zal geen goed zien komen, maar zal wonen in de verdorde plaatsen in de woestijn, in een onbewoond zoutland. Gezegend is de man die gelooft in, vertrouwt op en zich verlaat op de Heer, en wiens hoop en vertrouwen de Heer is. Want hij zal zijn als een boom, geplant aan de wateren, die zijn wortels uitspreidt aan de rivier; en hij zal niet zien en vrezen wanneer de hitte komt, maar zijn blad zal groen zijn. Hij zal niet angstig en vol zorg zijn in het jaar van droogte, en hij zal niet ophouden vrucht te dragen.”” (Jeremia 17:5-8 AMP)

    34. “Op deze manier ging koning Hizkia om met de verdeling in heel Juda, waarbij hij deed wat rechtvaardig en eerlijk was in de ogen van de Heer, zijn God. Hij werkte heel hard om respect voor de tempel, de wet en een godvruchtig leven aan te moedigen, en was zeer succesvol.” (2 Kronieken 31:20-21 De Levende Bijbel)

    Geschriften over voorspoed: Rijkdom door beproeving

    35. “Want Gij, o God, hebt ons beproefd; Gij hebt ons beproefd, gelijk zilver beproefd wordt; Gij hebt ons in het net gebracht; Gij hebt ellende op onze lendenen gelegd. Gij hebt mensen over onze hoofden doen rijden; wij zijn door vuur en door water gegaan; maar Gij hebt ons in een rijke plaats gebracht.” (Psalm 66:10-12 KJV)

    36. “Gij, die mij grote en smartelijke benauwdheden hebt doen zien, zult mij weder levend maken, en zult mij weder opvoeren uit de diepten der aarde; Gij zult mijn grootheid vermeerderen, en zult mij vertroosten aan alle zijden.” (Psalm 71:20-21 KJV)

    Geschriften over voorspoed: Rijkdom met wijsheid

    37. “Gelukkig de man, die wijsheid vindt, en de man, die verstand krijgt. Want de koopwaar daarvan is beter dan de koopwaar van zilver, en de winst daarvan dan fijn goud. Zij is kostbaarder dan robijnen, en al wat gij kunt begeren, is met haar niet te vergelijken. In haar rechterhand is lengte van dagen, en in haar linkerhand rijkdom en eer. (Spreuken 3:13-16 KJV)

    38. “Ik (de wijsheid) heb lief, die Mij liefhebben; en wie Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden. Rijkdom en eer zijn bij mij, ja, duurzame rijkdom en gerechtigheid. Mijn vrucht is beter dan goud, ja, dan fijn goud; en mijn inkomsten zijn beter dan fijn zilver.” (Spreuken 8: 17-19 KJV)

    39. “Goede planning en hard werken leiden tot voorspoed, maar haastige sluipwegen leiden tot armoede.” (Spreuken 21:5 NLT)

    40. “Een man die van genot houdt, wordt arm; wijn en luxe zijn niet de weg naar rijkdom.” (Spreuken 21: 17 De Levende Bijbel)

    43. “Door wijsheid wordt een huis gebouwd, en door verstand wordt het gevestigd: En door kennis zullen de kamers gevuld worden met alle kostbare en aangename rijkdom.” (Spreuken 24:3-4 KJV)

    44. “Ontwikkel eerst uw zaken, voordat u uw huis bouwt.” (Spreuken 24:27 De Levende Bijbel)

    Snelle opmerking: stel de bron(nen) van inkomen vast vóór de gemakken van inkomen. Voorbeeld: misschien moet je eerst een paar huurhuizen kopen VOORDAT je de BMW koopt.

    45. “Wijsheid is nog beter als je geld hebt. Beide zijn een voordeel als je door het leven gaat. Wijsheid en geld kunnen je bijna alles brengen, maar alleen wijsheid kan je leven redden. Aanvaard de manier waarop God de dingen doet, want wie kan recht maken wat Hij krom heeft gemaakt? Geniet van voorspoed zolang het kan, maar wanneer moeilijke tijden aanbreken, besef dan dat beide van God komen. Bedenk dat niets zeker is in dit leven.” (Prediker 7:11-14 NLT)

    46. “Want Ik weet welke plannen Ik met u heb”, verklaart de HEER, “plannen om u voorspoed te geven en niet om u schade te berokkenen, plannen om u hoop en een toekomst te geven.”” (Jeremia 29:11 NIV)

    Prosperity Scriptures: Rijkdom door goed rentmeesterschap

    47. “De gedachten van de ijverige neigen slechts naar overvloed; maar de gedachten van ieder die haastig is, leiden slechts tot armoede.” (Spreuken 21:5 NASB)

    48. “Een voorzichtige voorziet het kwaad en verbergt zich, maar de eenvoudigen gaan voorbij en worden gestraft.” (Spreuken 22:3 NASB)

    49. “Weet goed hoe het met uw kudden gesteld is en schenk aandacht aan uw kudden, want rijkdom duurt niet eeuwig; en houdt een kroon stand tot in alle geslachten? Wanneer het gras verdwenen is en de nieuwe aanwas verschijnt en de begroeiing van de bergen is verzameld, zullen de lammeren u van kleding voorzien en de geiten de prijs van een akker. Er zal genoeg geitenmelk zijn voor uw eten, voor het eten van uw huisgezin en voor het onderhoud van uw meisjes.” (Spreuken 27: 23-27 ESV)

    50. “Een getrouw man zal overvloedig van zegeningen genieten, maar wie haast maakt om rijk te worden, zal niet ongestraft blijven.” (Spreuken 28:20 NASB)

    Prosperity Scriptures: Rijkdom door planning

    51. “Het is precies zoals ik zei-God heeft laten zien wat hij van plan is te doen. Zeven jaar lang zal Egypte meer dan genoeg graan hebben, maar dat zal gevolgd worden door zeven jaar waarin er niet genoeg zal zijn. De goede jaren van overvloed zullen vergeten worden, en overal in Egypte zullen mensen verhongeren. De hongersnood zal zo erg zijn dat niemand zich zal herinneren dat er eens overvloed was. God heeft u twee dromen gegeven om u te laten weten dat hij beslist heeft dit te doen en dat hij het spoedig zal doen. “Majesteit, u moet iemand vinden die wijs is en zal weten wat hij moet doen, zodat u hem de leiding kunt geven over heel Egypte. Stel dan enkele andere ambtenaren aan om een vijfde deel van elk gewas dat in Egypte geoogst wordt in te zamelen gedurende de zeven jaren dat er overvloed is. Geef hun de macht om het graan tijdens die goede jaren te verzamelen en het in uw steden op te slaan. Het kan worden opgeslagen tot het nodig is tijdens de zeven jaar wanneer er niet genoeg graan in Egypte zal zijn. Dit zal voorkomen dat het land verwoest wordt door gebrek aan voedsel.” (Genesis 41:28-36 CEV)

    52. “Een wijs man denkt vooruit; een dwaas doet dat niet, en schept er zelfs over op!” (Spreuken 13:16 De Levende Bijbel)

    53. “De voorzichtige ziet het kwaad en verbergt zich, maar de naïeve gaat door en wordt ervoor gestraft.” (Spreuken 22:3 NASB)

    54. De plannen van de ijverige leiden zeker tot voordeel, maar ieder die haastig is, komt zeker tot armoede. (Spreuken 21:5 NASB)

    Geschriften over voorspoed: Rijkdom voor een goed (of Gods) doel

    55. “Toen koning David zich tot de hele vergadering wendde en zei: ‘Mijn zoon Salomo, die God duidelijk heeft uitgekozen als de volgende koning van Israël, is nog jong en onervaren. Het werk dat voor hem ligt is enorm, want de tempel die hij zal bouwen is niet voor gewone stervelingen – het is voor de Here God zelf! Met alle middelen die mij ter beschikking staan, heb ik zoveel mogelijk verzameld voor de bouw van de tempel van mijn God. Er is nu genoeg goud, zilver, brons, ijzer en hout, en ook grote hoeveelheden onyx, andere edelstenen, kostbare juwelen, en alle soorten fijne steen en marmer.En nu, vanwege mijn toewijding aan de Tempel van mijn God, geef ik al mijn eigen schatten van goud en zilver om te helpen bij de bouw.

    Dit komt nog bovenop de bouwmaterialen die ik al heb verzameld voor zijn heilige Tempel. Ik schenk meer dan 112 ton goud uit Ophir en 262 ton geraffineerd zilver voor het bekleden van de muren van de gebouwen en voor het andere goud- en zilverwerk dat de ambachtslieden zullen verrichten.

    Daarop gaven de familieleiders, de leiders van de stammen van Israël, de generaals en aanvoerders van het leger, en de administratieve officieren van de koning allen vrijwillig. Voor de bouw van de tempel van God gaven zij ongeveer 188 ton goud, 10.000 gouden munten, 375 ton zilver, 675 ton brons, en 3.750 ton ijzer. Zij droegen ook talrijke edelstenen bij, die in de schatkamer van het huis des Heren werden gedeponeerd onder de hoede van Jehiël, een nakomeling van Gershon. Het volk verheugde zich over de offers, want zij hadden de Here vrijelijk en van ganser harte gegeven, en koning David was vervuld van vreugde.” (1 Kronieken 29:1-9 NLT)

    56. “De verdiensten van de goede man bevorderen de zaak der gerechtigheid. De slechte man verkwist het aan de zonde.” (Spreuken 10:16 De Levende Bijbel)

    57. “Alle gelovigen wijdden zich aan het onderwijs van de apostelen, en aan de gemeenschap, en aan het delen van de maaltijden (waaronder het Avondmaal), en aan het gebed. Een diep gevoel van ontzag kwam over hen allen, en de apostelen verrichtten vele wonderbare tekenen en wonderen. En alle gelovigen kwamen samen op één plaats en deelden alles wat zij hadden. Zij verkochten hun bezittingen en bezittingen en deelden het geld met hen die in nood verkeerden. Ze baden elke dag samen in de tempel, kwamen in huizen bijeen voor het Avondmaal en deelden hun maaltijden met grote vreugde en vrijgevigheid.” (Handelingen 2:42-46 NLT)

    Prosperity Scriptures: Waarschuwingen over rijkdom

    58. “Rijkdom baat niet ten dage des toorns, maar gerechtigheid verlost van de dood.” (Spreuken 11:4 NKJV)

    59. “Vertrouw op je geld en je gaat ten onder! Vertrouw op God en je zult bloeien als een boom!” (Spreuken 11:28 De Levende Bijbel)

    60. “Sommige rijke mensen zijn arm, en sommige arme mensen hebben grote rijkdom!” (Spreuken 13:7 De Levende Bijbel)

    61. “Een rijk man kan zich uit een bedreigde dood kopen door een losprijs te betalen, maar de arme man hoeft niet eens naar bedreigingen te luisteren .” (Spreuken 13:8 AMP)

    62. “Beter een weinig met eerbied voor God, dan een grote schat en er moeite mee.” (Spreuken 15:16 De Levende Bijbel)

    63. “Put uzelf niet uit om rijk te worden; heb de wijsheid om terughoudendheid te betrachten. Werp slechts een blik op rijkdom en ze zijn verdwenen, want ze zullen zeker vleugels krijgen en wegvliegen naar de hemel als een adelaar.” (Spreuken 23:4-5 NIV)

    64. “Een goede naam is begeerlijker dan grote rijkdom; geacht te worden is beter dan zilver of goud. Rijk en arm hebben dit gemeen: de Heer is de Maker van hen allen.” (Spreuken 22:1-2 TNIV)

    65. “Zo zegt de Heer: Laat de wijze niet roemen in zijn wijsheid, laat de machtige niet roemen in zijn kracht, laat de rijke niet roemen in zijn rijkdom; maar laat hij die roemt, roemen in dit, dat hij Mij verstaat en kent, dat Ik de Heer ben, die liefderijkheid, recht en gerechtigheid op aarde uitoefen. Want daarin verlustig Ik Mij, zegt de Here.” (Jeremia 9:23-24 NKJV)

    66. “Leg voor uzelf geen schatten aan op aarde, waar mot en roest vernielen en waar dieven inbreken en stelen; maar leg voor uzelf schatten aan in de hemel, waar mot noch roest vernielt en waar dieven niet inbreken en stelen. Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. “De lamp van het lichaam is het oog. Als uw oog dus goed is, zal uw hele lichaam vol licht zijn. Maar als je oog slecht is, zal je hele lichaam vol duisternis zijn. Als dus het licht dat in u is duisternis is, hoe groot is dan die duisternis! “Niemand kan twee meesters dienen; want òf hij haat de ene en heeft de andere lief, òf hij is trouw aan de ene en veracht de andere. Je kunt niet God dienen en mammon (geld).” (Mattheüs 6:19-24 NKJV)

    67. “Wat baat het een mens, als hij de gehele wereld wint en toch zijn ziel verliest? Of wat kan een mens geven in ruil voor zijn ziel?” (Mattheüs 16:26 NIV)

    68. “En Hij zeide tot hen: Pas op en pas op voor begeren, want iemands leven bestaat niet in de overvloed der dingen, die hij bezit.”” (Lucas 12:13 NKJV)

    69. “Maar een man, Ananias genaamd – zijn vrouw Sapphira spande samen met hem – verkocht een stuk land, hield heimelijk een deel van de prijs voor zichzelf, en bracht toen de rest naar de apostelen en bracht er een offerande van. Petrus zeide: Ananias, hoe heeft Satan u ertoe kunnen brengen tegen den Heiligen Geest te liegen en heimelijk een gedeelte van den prijs van het veld achter te houden? Voordat u het verkocht, was het helemaal van u, en nadat u het verkocht had, was het geld van u om ermee te doen wat u wilde. Dus wat bezielde je om zo’n truc uit te halen? Je hebt niet gelogen tegen de mensen, maar tegen God. Ananias, toen hij die woorden hoorde, viel dood neer. Dat deed de vrees voor God opkomen bij allen die ervan hoorden. De jongere mannen gingen meteen aan het werk en wikkelden hem in een windsel, droegen hem naar buiten en begroeven hem. Nog geen drie uur later kwam zijn vrouw, die niets wist van wat er gebeurd was, binnen.

    Petrus zei: ‘Zeg me, heb je deze prijs voor je akker gekregen?’

    ‘Ja,’ zei ze, ‘die prijs.’ Petrus antwoordde: ‘Wat is hier aan de hand dat u samenzweert tegen de Geest van de Meester? De mannen die je man begraven hebben staan voor de deur, en jij bent de volgende.’ Zo gauw hij de woorden uit zijn mond had, viel ook zij neer, dood. Toen de jongemannen terugkwamen vonden ze haar lichaam. Zij droegen haar naar buiten en begroeven haar naast haar man.

    In die tijd had de hele gemeente en in feite iedereen die van deze dingen hoorde een gezonde eerbied voor God. Zij wisten dat met God niet te spotten viel.” (Handelingen 5:1-11 MSG)

    69. “Nu is de godsvrucht met tevredenheid een grote winst. Want wij hebben niets in deze wereld gebracht, en het is zeker dat wij niets kunnen uitdragen. En voedsel en kleding hebbende, daarmede zullen wij tevreden zijn. Maar zij, die rijk willen zijn, vallen in verzoeking en in een strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen verdrinken in verderf en ondergang. Want de liefde tot het geld is een wortel van allerlei kwaad, waarom sommigen in hun hebzucht van het geloof zijn afgedwaald en zich met vele smarten hebben doorboord. Maar gij, o man Gods, onttrekt u aan deze dingen en jaagt na gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, geduld en zachtmoedigheid.” (1 Timoteüs 6:6-11 NLT)

    70. “Beveel hen die rijk zijn in deze tegenwoordige wereld, niet hoogmoedig te zijn en hun hoop niet te stellen op rijkdom, die zo onzeker is, maar hun hoop te stellen op God, die ons rijkelijk voorziet van alles voor ons genot. Beveel hen goed te doen, rijk te zijn in goede daden, en vrijgevig te zijn en bereid om te delen. Zo leggen zij voor zichzelf een schat aan als een stevig fundament voor de komende tijd, zodat zij het leven in handen kunnen nemen dat werkelijk leven is.” (1 Timoteüs 6:17-19 NIV)

    71. “Indien iemand materiële bezittingen heeft en zijn broeder in nood ziet, maar geen medelijden met hem heeft, hoe kan dan de liefde Gods in hem zijn?” (1 Johannes 3:17 NIV)

    72. “U zegt: ‘Ik ben rijk en welgesteld; ik heb alles wat ik nodig heb.’ Maar u weet niet hoe ellendig en jammerlijk u bent! U bent arm, naakt en blind. Ik raad jullie dus aan goud van Mij te kopen, puur goud, om rijk te worden. Koop ook witte klederen om je te kleden en je beschamende naaktheid te bedekken. Koop ook zalf om op je ogen te smeren, zodat je kunt zien.” (Openbaring 3:17-18 GNT)

    Wat denkt u?

    Zijn er bepaalde Schriftgedeelten die er voor u uitspringen?

    Hoe gaat u deze Schriftgedeelten deze week in praktijk brengen?

    Zijn er ook welvaartsgeschriften die gemist werden?

    Wat zegt u?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *