feiten: Abies
Familie: Pinaceae
Genus: Abies – van het Latijnse woord abire, dat ‘rijzen’ betekent – verwijst naar de grote hoogte die veel sparren bereiken.
Gemeenschappelijke naam: Den
Oorsprong: Een 50-tal soorten afkomstig uit Europa, Noord-Afrika, Azië en Amerika
Eigenschappen: Bladeren/naalden zijn meestal plat en zacht met uitzondering van de Spaanse den. Vrouwelijke kegels staan rechtop langs de takken.
Habitus is piramidaal en symmetrisch bij de soortplanten, maar kan variëren tot rond, hangend en verwrongen in gecultiveerde variëteiten. Vuren groeien relatief langzaam, en zelfs langzamer in stedelijke omgevingen.
Cultuur: Algemene vereisten zijn vochtige, zure, goed gedraineerde grond, hoge luchtvochtigheid en lage temperaturen.
De cultuurvereisten variëren per soort – Abies lasiocarpa, onze inheemse Sub-alpine Fir, heeft zeer snel drainerende grond nodig om te gedijen, maar Abies grandis, onze inheemse Grand Fir past zich gemakkelijk aan een verscheidenheid aan grondsoorten aan.
Het planten kan het beste plaatsvinden vanaf het midden van de herfst tot in het voorjaar, zodat de wortels zich in de koelere perioden van het jaar kunnen vestigen.
Typisch geven sparren de voorkeur aan volle zon, maar lichte schaduw is ook acceptabel. De tolerantie voor koude temperaturen varieert, maar alle Firs op onze lijst zijn winterhard in Portland.
Problemen: Insecten lijken Firs grotendeels te mijden, maar schimmelproblemen komen vrij vaak voor, meestal in de vorm van wortelrot. De wortels moeten kunnen circuleren, dus compost toevoegen bij het planten kan helpen.
Als de boom uitzonderlijke drainage nodig heeft, overweeg dan om puimsteen door de compost te mengen, of kies een boom die met plezier in een container groeit.