Cafeïne komt voor in koffie, thee, coladranken en cacao. Cafeïne is een geneesmiddel dat erg lijkt op theofylline. Theofylline is een bronchusverwijdend geneesmiddel dat wordt ingenomen om de luchtwegen in de longen te openen en zo de symptomen van astma, zoals piepen, hoesten en ademnood, te verlichten. Wetenschappers willen graag weten of cafeïne hetzelfde effect op de longen heeft als theofylline.
Er zijn twee belangrijke redenen waarom het belangrijk is te weten of cafeïne een bronchodilatator is. De eerste reden is dat het voor astmapatiënten gunstig kan zijn om cafeïne te nemen om de symptomen van astma te verlichten. De tweede is omdat het consumeren van cafeïne invloed kan hebben op de resultaten van belangrijke tests die bepalen hoe erg iemands astma is.
Als cafeïne werkt als een bronchodilatator en de luchtwegen verwijdt, dan zou een patiënt die cafeïne heeft geconsumeerd voordat hij de test ondergaat, een beter resultaat laten zien bij een longfunctietest dan wanneer hij geen cafeïne had geconsumeerd. Het potentiële probleem hiermee is dat als de testresultaten beter zijn dan verwacht, artsen een lagere dosis of een zwakker medicijn voorschrijven dan echt nodig is, wat kan leiden tot problemen met het astmabeheer.
Deze review onderzoekt zorgvuldig alle beschikbare klinische studies van hoge kwaliteit over cafeïne bij astma. Deze review werd uitgevoerd om te ontdekken of mensen de consumptie van cafeïne moeten vermijden voordat ze longfunctietesten afleggen.
Deze review vond dat zelfs kleine hoeveelheden cafeïne de longfunctie tot vier uur lang kunnen verbeteren. Daarom kan cafeïne het resultaat van een longfunctietest (bijv. spirometrie) beïnvloeden en moet cafeïne zo mogelijk worden vermeden voordat een longfunctietest wordt afgenomen, en moet eerdere cafeïneconsumptie worden geregistreerd.
Het is niet bekend of het nemen van cafeïne leidt tot verbetering van de symptomen. Het kan zijn dat cafeïne in zulke grote hoeveelheden nodig is om de symptomen van astma te verbeteren dat de bijwerkingen van het middel een probleem worden, dus er is meer onderzoek nodig.
Een andere klinische studie keek naar het effect van cafeïne op het stikstofmonoxidegehalte bij uitademing en kwam tot de conclusie dat er geen significant effect is, dus het lijkt onwaarschijnlijk dat patiënten cafeïne moeten vermijden voordat ze dit soort tests ondergaan. Dit is echter het resultaat van slechts één onderzoek, dus er is meer onderzoek nodig om dit te verduidelijken.