Comité van Openbare Veiligheid, Frans Comité De Salut Public, politiek orgaan van de Franse Revolutie dat vrijwel dictatoriale controle over Frankrijk kreeg tijdens het Terreurbewind (september 1793 tot juli 1794).
Het Comité van Openbare Veiligheid werd opgericht op 6 april 1793, tijdens een van de crises van de Revolutie, toen Frankrijk werd geteisterd door buitenlandse en burgeroorlog. Het nieuwe comité moest zorgen voor de verdediging van de natie tegen haar vijanden, zowel buitenlandse als binnenlandse, en moest toezicht houden op de reeds bestaande organen van de uitvoerende macht. De leden van het comité, eerst negen en later twaalf, werden door de Nationale Conventie (volksvertegenwoordiging) gekozen voor een periode van een maand en waren herkiesbaar.
Van april tot 10 juli 1793 werd het Comité van Openbare Veiligheid gedomineerd door Georges Danton en zijn volgelingen, die een gematigd en verzoenend beleid voerden maar er niet in slaagden de hachelijke militaire situatie adequaat aan te pakken. Deze mannen werden in juli vervangen door mannen die vastberadener en radicaler waren in de verdediging van de Revolutie, onder wie Maximilien Robespierre.
Van september 1793 tot juli 1794 bestond het Comité van Openbare Veiligheid uit dezelfde mannen (met uitzondering van Marie-Jean Hérault de Séchelles, die in april 1794 werd geguillotineerd) en beheerste het Frankrijk, domineerde het de Nationale Conventie en rekende het op de steun van de Jakobijnen (radicale democraten). Onder haar leiding werden harde maatregelen genomen tegen de vermeende vijanden van de Revolutie, werd de economie in oorlogstoestand gebracht en werden massale dienstplichten ingevoerd. Hoewel de beslissingen gemeenschappelijk werden genomen, specialiseerden de leden van het comité zich op verschillende gebieden: Robespierre, Georges Couthon en Louis de Saint-Just (het zogenaamde Triumviraat) waren gespecialiseerd in algemene politieke zaken, Lazare Carnot in militaire zaken en Robert Lindet in bevoorrading.
Dissidentie binnen het comité droeg bij aan de val van Robespierre in juli 1794, waarna het Comité van Openbare Veiligheid aan belang inboette; zijn bevoegdheden werden strikt beperkt tot het gebied van diplomatie en oorlog.