Ecclesiasticus / Sirach Hoofdstukken
- ” Prev
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- 21
- 22
- 23
- 24
- 25
- 26
- 27
- 28
- 29
- 30
- 31
- 32
- 33
- 34
- 35
- 36
- 37
- 38
- 39
- 40
- 41
- 42
- 43
- 44
- 45
- 46
- 47
- 48
- 49
- 50
- 51
- Volgende “
1 Alle wijsheid komt van de Heer, zij is bij hem tot in eeuwigheid.
2 Het zand der zee, de druppels regen, de dagen der eeuwigheid – wie kan ze tellen?
3 De hoogte van de hemel, de breedte van de aarde, de diepte van de afgrond – wie kan ze onderzoeken?
Een Katholieke Inleiding tot de Bijbel Het Oude Testament- Hardback
@ $49.95 $49.95 BESPAAR 0%
Heilige Bijbel Outreach Bijbel NIV International Version –
@ $4.99 $4.99 BESPAAR 0%
4 De wijsheid is vóór alles geschapen, het verstandige inzicht bestaat al van verre.
6 Voor wie is de wortel van de wijsheid ooit blootgelegd? Haar vindingrijke wegen, wie kent ze?
8 Slechts één is wijs, verschrikkelijk waarlijk,
9 gezeten op zijn troon, de Heer. Hij is het die haar geschapen, gekeurd en gewogen heeft, en haar daarna over al zijn werken heeft uitgestort –
10 zoveel aan elk levend schepsel als hij verkoos – haar schenkend aan hen die hem liefhebben.
11 De vreze des Heren is heerlijkheid en trots, geluk en een kroon van vreugde.
12 De vreze des Heren verblijdt het hart, geeft geluk, vreugde en een lang leven.
13 Voor hen die de Heer vrezen, zal alles goed aflopen: op hun sterfdag zullen zij gezegend zijn.
14 De grondslag van de wijsheid is de Heer te vrezen; zij is geschapen met de gelovigen in de schoot van hun moeders;
15 zij heeft een woning gemaakt in het menselijk geslacht, een eeuwenoud fundament, en aan hun nakomelingen zal zij zich trouw vastklampen.
16 De volheid der wijsheid is de Heer te vrezen; zij bedwelmt hen met haar vruchten;
17 zij vult hun gehele huis met schatten en hun voorraadkamers met haar voortbrengselen.
18 De kroon der wijsheid is de Heer te vrezen; zij doet vrede en gezondheid bloeien.
19 De Heer heeft haar gezien en beoordeeld, hij heeft kennis en intelligentie over zich uitgestort, hij heeft de roem verhoogd van hen die haar bezitten.
20 De wortel der wijsheid is de Heer te vrezen, en haar takken zijn een lang leven.
22 De woede der goddelozen kan hem niet in het gelijk stellen, want het gewicht van zijn woede is zijn ondergang.
23 Een geduldig mens verdraagt de dingen tot de juiste tijd komt; maar zijn vreugde zal uiteindelijk uitbreken.
24 Tot de tijd komt, houdt hij zijn gedachten voor zich, en menige lip zal bevestigen, hoe wijs hij is.
25 De schatkamers der wijsheid bevatten de stelregels der kennis, de zondaar echter verafschuwt de vroomheid.
26 Indien gij wijsheid begeert, houdt u aan de geboden, en de Heer zal het u schenken.
27 Want de vreze des Heren is wijsheid en onderwijzing, en wat Hem behaagt is trouw en zachtmoedigheid.
28 Staat niet afwijzend tegenover de vreze des Heren, beoefent haar niet met een dubbel hart.
29 Doet geen rol in het openbaar, waakt over uw lippen.
30 Wordt niet te hoog en machtig, uit vrees dat gij valt en u in schande bedekt; want de Heer zou dan uw geheimen openbaren en u voor de gehele gemeenschap ten val brengen, omdat gij de vreze des Heren niet hebt beoefend en een hart vol bedrog hebt.