Een geïntegreerde schakeling (IC), soms ook chip of microchip genoemd, is een halfgeleiderplakje waarop duizenden of miljoenen minuscule weerstanden, condensatoren en transistors zijn gefabriceerd. Een IC kan functioneren als versterker, oscillator, timer, teller, computergeheugen of microprocessor. Een IC wordt lineair (analoog) of digitaal genoemd, afhankelijk van de toepassing waarvoor het is bestemd.
Lineaire IC’s hebben een continu variabele uitgang (die theoretisch een oneindig aantal toestanden kan bereiken) die afhankelijk is van het ingangssignaalniveau. Zoals de term impliceert, is het uitgangssignaalniveau een lineaire functie van het ingangssignaalniveau. Wanneer het momentane uitgangssignaal in een grafiek wordt uitgezet tegen het momentane ingangssignaal, ziet de grafiek er in het ideale geval uit als een rechte lijn. Lineaire IC’s worden gebruikt als versterkers voor audiofrequenties (AF) en radiofrequenties (RF). De operationele versterker (op amp) is een veelgebruikt apparaat in deze toepassingen.
Digitale IC’s werken op slechts een paar gedefinieerde niveaus of toestanden, in plaats van over een continu bereik van signaalamplitudes. Deze apparaten worden gebruikt in computers, computernetwerken, modems en frequentietellers. De fundamentele bouwstenen van digitale IC’s zijn logische poorten, die werken met binaire gegevens, d.w.z. signalen die slechts twee verschillende toestanden hebben, laag (logica 0) en hoog (logica 1) genoemd.