EgypteEdit
De Necropolis van Gizeh in het oude Egypte is een van de oudste en waarschijnlijk de bekendste necropolis ter wereld sinds de Grote Piramide van Gizeh werd opgenomen in de Zeven Wereldwonderen van de Oude Wereld. Naast de piramiden, die waren gereserveerd voor de begrafenis van farao’s, omvatte de Egyptische necropoleis mastaba’s, een typisch koninklijk graf uit de vroege Dynastieke periode.
EtruriëEdit
De Etrusken namen het concept van een “stad van de doden” heel letterlijk. De typische graftombe in de Banditaccia necropolis in Cerveteri bestaat uit een tumulus die een of meer onderaardse, uit de rotsen gehouwen graftombes bedekt. Deze graven hadden meerdere kamers en waren rijkelijk versierd zoals de huizen van die tijd. De rangschikking van de tumuli in een raster van straten gaf het een aanblik zoals de steden van de levenden. De kunsthistoricus Nigel Spivey vindt de naam begraafplaats niet adequaat en stelt dat alleen de term necropolis recht kan doen aan deze verfijnde begraafplaatsen. Etruskische necropoleis bevonden zich meestal op heuvels of hellingen van heuvels.
MyceneEdit
In de Myceense Griekse periode die voorafging aan het oude Griekenland, konden begrafenissen binnen de stad worden uitgevoerd. In Mycene, bijvoorbeeld, bevonden de koninklijke graven zich in een voorhof binnen de stadsmuren. Dit veranderde tijdens de oude Griekse periode toen necropoleis gewoonlijk langs de wegen buiten een stad lagen. Er bestond echter een zekere mate van variatie binnen de oude Griekse wereld. Sparta was opmerkelijk voor het voortzetten van het gebruik om binnen de stad te begraven.
PersiaEdit
Naqsh-e Rustam is een oude necropolis gelegen op ongeveer 12 km (7,5 mi) ten noordwesten van Persepolis, in de provincie Fars, Iran. Het oudste reliëf in Naqsh-i Rustam dateert van ca. 1000 v. Chr. Hoewel het ernstig beschadigd is, stelt het een vage afbeelding voor van een man met een ongewoon hoofddeksel en is het vermoedelijk van Elamitische oorsprong. De afbeelding maakt deel uit van een groter beeld, waarvan het grootste deel op bevel van Bahram II werd verwijderd. Vier graven van Achaemenidische koningen zijn in de rotswand uitgehouwen op een aanzienlijke hoogte boven de grond. De graven staan plaatselijk bekend als de “Perzische kruisen”, naar de vorm van de voorgevels van de graven. Later voegden Sassanische koningen een reeks rotsreliëfs toe onder de tombes.