Pure orbitale blowout fractuur ontstaat eerst op het zwakste punt van de orbitale wand. Hoewel de mediale orbitale wand theoretisch vaker betrokken zou moeten zijn dan de orbitale vloer, is de orbitale vloer gerapporteerd als de meest voorkomende plaats van pure orbitale blowout fracturen. In totaal werden 82 banen van 76 patiënten met een zuivere orbitale klapfractuur geëvalueerd met computertomografische scans bij alle patiënten met verdachte klinische aanwijzingen, inclusief neusfractuur. Geïsoleerde mediale wandfractuur kwam het meest voor (55 procent), gevolgd door mediale en inferieure wandfractuur (27 procent). De meest voorkomende gezichtsfractuur geassocieerd met een mediale wandfractuur was een neusfractuur (51 procent), niet een inferieure wandfractuur (33 procent). Deze bevinding suggereert dat de kracht die de neusfractuur veroorzaakt een belangrijke oorzakelijke factor is van zuivere mediale wandfractuur als de knikkende kracht van de mediale orbitale rand. Van de patiënten met een mediale wandfractuur had 25 procent diplopie en 40 procent enophthalmos. Op gewone röntgenfoto’s werden diagnostische tekenen gevonden in 79 procent van de mediale wandfracturen en in 95 procent van de inferieure wandfracturen. Op computertomografische scans werd late enophthalmos verwacht in 76 procent van de mediale wandfracturen. Daarom kan de mediale orbitale blowout fractuur een belangrijke oorzaak zijn van late enophthalmos, omdat het een hoge incidentie van voorkomen heeft, een lage diagnostische rate, en een hoge ernst van het defect. Onder de oorzaken van de beperking van de beweeglijkheid van de ogen werden vaak spiertrekking van de bindweefselscheden en direct spierletsel gevonden, maar echte incarceratie van de spier was uiterst zeldzaam in alle fracturen. De mediale en inferieure orbitale wanden worden duidelijk afgebakend door de benige steunbeer, die een belangrijke structuur is ter ondersteuning van deze orbitale wanden. De butress was nauw gecorreleerd met de fractuur van deze orbitale wanden. De meeste orbitale klapfracturen zonder instorting van de benige steun hadden een valdeurfractuur met of zonder kleine fragmenten van uitgestanste fractuur.