Erika (of Auf der Heide blüht ein kleines Blümelein) is een marslied van het Duitse leger. Het lied werd gecomponeerd door Herms Niel in de jaren 1930, en het werd al snel gebruikt door de Wehrmacht, vooral de Heer en, in mindere mate, de Kriegsmarine. Het thema van het lied is gebaseerd op het feit dat “Erika” zowel een gewone Duitse vrouwelijke voornaam is als de naam van de heideplant (Duits: Heide, Erika; Latijn: Erica), waarvan de heidevelden worden beschouwd als een “symbool van het Duitse natuurlijke erfgoed”. Op zich heeft het lied geen militaire thema’s, buiten het feit dat de verteller (kennelijk een soldaat, hoewel dat niet expliciet wordt gezegd) weg is van zijn geliefde en aan haar terugdenkt bij het zien van de plant die dezelfde naam heeft.

Het lied is ook traditioneel geworden door het sterk gepruisiseerde Chileense leger. Het Finse leger had een Finse vertaalde versie, Kaarina, van dit lied tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een versie, met Afrikaans tekst, was het volkslied van de Zuid-Afrikaanse luchtmacht tijdens de apartheidsjaren.

Oorsprong van het lied

De tekst van het lied werd geschreven door Niel, een Duitse componist van marsen. Het exacte jaar van ontstaan van het lied is niet bekend; vaak wordt als datum “omstreeks 1930” opgegeven, een datum die echter niet is gestaafd. Het lied werd oorspronkelijk in 1938 uitgegeven door de uitgeverij Louis Ortel in Großburgwedel. Het was al voor het begin van de Tweede Wereldoorlog een groot succes.

Niel, die begin mei 1933 lid werd van de NSDAP en onder andere een “leidende” Kapellmeister werd bij de Reichsarbeitdienst, creëerde talrijke marsen die grotendeels ten dienste stonden van de nationaal-socialistische propagandacampagnes. Met name de Reichspropagandaminister Joseph Goebbels merkte, zoals Berszinski schrijft, al vroeg op dat nuchtere, eenvoudige liederen een nuttig propaganda-instrument waren. Hoe meer de liederen dienden als vertrek uit de harde werkelijkheid naar een dromerige gelukzaligheid en een sentimentele liefdeslied-idylle teweegbrachten, des te beter kon het “ware gezicht van nazi-Duitsland” verborgen blijven achter de vrolijke majeur-klanknoten. De nauwe band van het nationaal-socialisme met de nieuwe technische massamedia, vooral film en radio, zorgde voor het tegendeel en verzekerde snel de populariteit van de nazi-liederen.

De militaire hits en marsen waren het “antwoord op de naderende oorlog”. In totaal werden tussen 1933 en 1945 ongeveer 15.000 nationaal-socialistische liederen geproduceerd, evenals ongeveer anderhalf miljoen vellen die alleen al met muziek te maken hadden.

Buiten Duitsland

Het lied werd en wordt nog steeds gezien als een typisch onderdeel van de Duitse liederenschat en is inderdaad tot op de dag van vandaag meestal onlosmakelijk verbonden met de Duitse Bundeswehr. Zo maakte het lied in 1983 ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de junta in Chili deel uit van het repertoire van de marsband van een Chileens militair bataljon. Een Afrikaans versie van het lied was tot 1994 de mars van het Zuid-Afrikaanse luchtmachtgymnasium. Het werd typisch gezongen door dienstplichtigen aan het einde van de basistraining.

Teksten en vertaling

Auf der Heide blüht ein kleines Blümelein
und das heißt: Erika.
Heiß von hunderttausend kleinen Bienelein
wird umschwärmt Erika
denn ihr Herz ist voller Süßigkeit,
zarter Duft entströmt dem Blütenkleid.
Auf der Heide blüht ein kleines Blümelein
und das heißt: Erika.

Op de hei bloeit een klein bloempje
en dat heet Erika.
Gegeerd door honderdduizend kleine bijtjes,
die Erika.
Want haar hart is vol zoetheid,
een tedere geur ontsnapt aan haar jurk van bloesems.
Op de heide bloeit een kleine bloem
en die heet Erika.

In het vaderland woont een kleine maagd
en die heet: Erika.
Dit meisje is mijn trouwe lieveling
en mijn geluk, Erika.
Als de heide rood-paars bloeit,
zing ik haar dit liedje ter begroeting.
Op de heide bloeit een bloempje
en dat heet: Erika.

Bij ons thuis woont een meisje
en ze heet Erika.
Dat meisje is mijn trouwe kleine lieveling
en mijn geluk. Erika!
Als de heide roodpaars bloeit,
zing ik haar dit lied ter begroeting.
Op de heide bloeit een bloempje
en dat heet Erika.

In mijn kast bloeit ook een bloempje
en dat heet: Erika.
Schon beim Morgengrau’n sowie beim Dämmerschein-
schaut’s mich an, Erika.
Und dann ist es mir, als spräch’ es laut:
“Denkst du auch an deine kleine Braut?”
In der Heimat weint um dich ein Mägdelein
und das heißt: Erika.

In mijn kleine kamer bloeit ook een kleine bloem
en die heet Erika.
Bij dageraad kijkt ze me aan,
zo ook bij schemering. Erika!
En het is alsof het hardop spreekt:
“Waag het niet je kleine bruid te vergeten.
Terug thuis huilt een meisje om je
en ze heet Erika.”

Zie ook

  • Königgrätzer Marsch
  • Panzerlied
  • Es war ein Edelweiss
  • Der Hohenfriedberger
  • Erika in een catalogus van Duitse volksliederen
  • Het lied “Erika” staat op de CD “Deutsche Marschmusik”, Vol. 4 “.
  1. Vgl. Details van het marslied “Auf der Heide blüht ein kleines Blümelein” in het artikel “Als ich gestern einsam ging …” door Leonore Böhm in de Oberpfälzer Tageszeitung Der neue Tag van 17. Oktober 2008 (laatste oproep: 16 juni 2009)
  2. 2.0 2.1 2.2 2.3 Cf. Sabine Berszinski: Modernisering onder het nationaal-socialisme? Een sociologische categorie en ontwikkelingen in de Duitse Schlager 1933-45. Albert-Ludwigs-Universität Freiburg, Freiburg im Breisgau 1999/2000, zonder ISBN. (Universiteitsscriptie; ook masterscriptie; vrij beschikbaar als digitale kopie; PDF-bestand; 389 kB; laatst bekeken op: 16. juni 2009).

Deze pagina maakt gebruik van Creative Commons-gelicenseerde inhoud van Wikipedia (bekijk auteurs).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *