De limerick is een vaak komische, onzinnige, en soms zelfs schunnige vorm die populair is in de jeugdliteratuur. Samengesteld uit vijf regels of vijf strofen, houdt de limerick zich aan een strikt rijmschema en een springend ritme, waardoor het gemakkelijk te onthouden is.

Regels van de Limerick Vorm

Typisch rijmen de eerste twee regels op elkaar, de derde en vierde rijmen op elkaar, en de vijfde regel herhaalt de eerste regel of rijmt ermee. Het anapestic ritme van de limerick wordt gecreëerd door een accentueel patroon dat vele reeksen dubbele zwak beklemtoonde lettergrepen bevat. Het patroon kan worden geïllustreerd met streepjes die zwakke lettergrepen aanduiden, en back-slashes voor klemtonen:

1) – / – – / – /
2) – / – – / – /
3) – / – – /
4) – / – – /
5) – / – – /

Geschiedenis van de Limerick-vorm

Hoewel de oorsprong van de limerick niet geheel bekend is, heeft hij een actieve, zo niet lange, geschiedenis. De vorm is bekend bij generaties Engelssprekende lezers, door middel van Mother Goose kinderrijmpjes, voor het eerst gepubliceerd in 1791 als Mother Goose’s Melodies. Dichters namen de vorm snel over en publiceerden op grote schaal limericks. Onder hen blijft Edward Lear’s zelf-geïllustreerde Book of Nonsense uit 1846 een ijkpunt. Hij gaf de voorkeur aan de term “nonsens” boven “limerick”, en schreef vele grappige voorbeelden, waaronder de volgende:

Er was een Oude Man met een baard,
Die zei: “Het is precies zoals ik vreesde!
Twee Uilen en een Kip,
Vier Leeuweriken en een Winterkoninkje,
Hebben allemaal hun nest in mijn baard gebouwd!”

Andere limericks zijn te vinden in het werk van Lord Alfred Tennyson, Rudyard Kipling, Robert Louis Stevenson, en W. S. Gilbert. Een goede verzameling limericks is te vinden in de Penguin Book of Limericks onder redactie van E. O. Parrott.

lees meer limericks

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *