Schizofreniforme stoornis

Verschillende behandelingsmodaliteiten, waaronder farmacotherapie, psychotherapie en diverse andere psychosociale en educatieve interventies, worden gebruikt bij de behandeling van schizofreniforme stoornis. Farmacotherapie is de meest gebruikte behandelingsmodaliteit, omdat psychiatrische medicatie snel kan werken om zowel de ernst van de symptomen te verminderen als de duur ervan te verkorten. De gebruikte geneesmiddelen zijn grotendeels dezelfde als die voor de behandeling van schizofrenie, met een atypisch antipsychoticum als het gebruikelijke middel van keuze. Patiënten die niet reageren op het aanvankelijke atypische antipsychoticum kunnen baat hebben bij overschakeling op een ander atypisch antipsychoticum, toevoeging van een stemmingsstabilisator zoals lithium of een anticonvulsivum, of overschakeling op een typisch antipsychoticum.

Behandeling van schizofreniforme stoornis kan plaatsvinden in een intramurale, poliklinische of gedeeltelijke hospitalisatie setting. Bij de keuze van de behandelingssetting zijn de belangrijkste doelen het minimaliseren van de psychosociale gevolgen voor de patiënt en het handhaven van de veiligheid van de patiënt en anderen. Hoewel het bijna altijd nodig is om de symptomen van de patiënt snel te stabiliseren, kan de ernst van de symptomen van de patiënt, de steun van de familie en de waarschijnlijkheid dat de patiënt zich aan de poliklinische behandeling houdt, helpen bepalen of stabilisatie in de poliklinische setting kan plaatsvinden. Patiënten die intramurale behandeling krijgen, kunnen baat hebben bij een gestructureerde tussenomgeving, zoals een subacute unit, step-down unit, deelkliniek of dagkliniek, gedurende de eerste fasen van terugkeer naar de gemeenschap.

Terwijl tijdens de behandeling verbetering optreedt, is hulp bij het aanleren van copingvaardigheden, probleemoplossingstechnieken, psycho-educatieve benaderingen, en uiteindelijk bezigheidstherapie en beroepsbeoordelingen vaak zeer nuttig voor patiënten en hun familie. Vrijwel alle vormen van individuele psychotherapie worden gebruikt bij de behandeling van schizofreniforme stoornis, met uitzondering van inzichtgerichte therapieën, omdat patiënten vaak een beperkt inzicht hebben als symptoom van hun ziekte.

Omdat schizofreniforme stoornis zo’n snel begin van ernstige symptomen heeft, zijn patiënten soms in ontkenning over hun ziekte, wat ook de werkzaamheid van inzichtgerichte therapieën zou beperken. Ondersteunende vormen van psychotherapie zoals interpersoonlijke psychotherapie, ondersteunende psychotherapie, en cognitieve gedragstherapie zijn bijzonder geschikt voor de behandeling van de stoornis. Groepspsychotherapie is gewoonlijk niet geïndiceerd voor patiënten met een schizofreniforme stoornis, omdat zij last kunnen hebben van de symptomen van patiënten met verder gevorderde psychotische stoornissen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *